Het hoogste bestuursrechtscollege wil eerst de uitkomsten afwachten van een onafhankelijk onderzoek naar de gevolgen die de komst van de pluimveemestverbrander voor het milieu heeft. Later dit jaar zal de Raad van State in de bodemzaak een definitief oordeel vellen over de milieuvergunning, en daarmee over de toekomst van de mestenergiecentrale.

De woensdag gepubliceerde uitspraak is een fikse tegenvaller voor afval- en energiebedrijf Fibroned. Het bedrijf, dat energie uit de verbranding van (kippen)mest wil opwekken, hoopte met een gunstige uitspraak zijn financiers gerust te kunnen stellen. Vorig jaar nog veegde de Raad van State een eerder verleende milieuvergunning voor de centrale op het Apeldoornse bedrijventerrein De Ecofactorij van tafel. Toen had de provincie Gelderland als vergunningverlener verzuimd de gevolgen van de uitstoot van schadelijke stoffen goed te onderzoeken. Daarop repareerde de provincie de fouten en verleende Fibroned een nieuwe milieuvergunning, die woensdag opnieuw door de Raad van State is geschorst.

De tussenuitspraak is een meevaller voor bezwaarmakende omwonenden en milieuorganisaties. Zij vinden dat ook de nieuwe vergunning niet deugt. De bezwaarmakers vinden sowieso de komst van het bedrijf naar Apeldoorn-Oost onaanvaardbaar. De fabriek zou een groot aantal landelijke en Europese milieuregels schenden. Gelderland wilde Fibroned met de vergunning in staat stellen jaarlijks 385.000 ton biomassa te verbranden, waarvan 300.000 ton pluimveemest en 85.000 ton andere biomassa.