Dat heeft het ministerie van Natuur afgesproken met de provincies. Volgens het ministerie gaat het nadrukkelijk om begrensde gebieden, waarmee zowel de belangen van de vogels als die van de agrariërs beter gediend zijn.

In Gelderland is de overlast door overwinterende ganzen en smienten van oudsher het grootst, aldus de provincie. Daarom heeft het dagelijks bestuur van Gelderland deze week als eerste 25 begrensde gebieden aangewezen waar de dieren voedsel mogen gaan zoeken. In totaal gaat het om ruim 9000 hectare grasland.

Nederland is volgens de provincie internationaal van belang als overwinteringsplek voor smienten en ganzensoorten. Om die reden mochten de dieren tot voor kort niet bejaagd worden. De vogels richten echter veel schade aan in agrarische gebieden. Boeren konden daarvoor een vergoeding vragen bij het Faunafonds. Die regeling gaat veranderen door speciale voedselgebieden aan te wijzen.

Boerenorganisatie LTO Nederland heeft volgens een woordvoerder nog de nodige bezwaren tegen de nieuwe regeling. De organisatie wil weten waar een boer de schade kan verhalen als ganzen toch buiten de aangewezen gebieden landen. LTO is er niet op tegen dat agrariërs een inspanningsverplichting krijgen om te zorgen dat zoveel mogelijk vogels naar foerageergebieden gaan, maar de organisatie vindt dat daar ook een redelijke vergoeding voor moet komen, aldus de woordvoerder.

Het provinciebestuur heeft zeven plekken langs de IJssel uitgekozen als foerageergebieden. Daarnaast is een groot deel van het Rijnstrangengebied en de Ooijpolder aangewezen. Ook in de Achterhoek en op een tiental plekken langs de Waal en de Linge zijn beschermde gebieden voorzien. Eigenaars van weilanden die voorzien zijn als foerageergebied kunnen nog tot 12 juli bezwaar maken.