Ontvoerder Terwindt krijgt tien jaar cel
De rechtbank in Arnhem heeft de 38-jarige J. G. dinsdagmorgen een gevangenisstraf van tien jaar opgelegd, omdat hij in oktober vorig jaar Reinier Terwindt uit Nijmegen ontvoerd heeft. De straf is gelijk aan de eis van de officier van justitie.
G. moet ook het door de familie Terwindt geëiste symbolische smartengeld van 1 euro betalen.
De verdachte hield de toen 16-jarige zoon van de vermogende baksteenfabrikant ruim vier dagen vast in een vakantiehuisje in de Ardennen. Hij eiste 10 miljoen euro losgeld, maar de politie wist de jongen te bevrijden voor het losgeld was overgedragen. Volgens de rechtbank is er sprake van gijzeling, omdat G. doelgericht naar Nederland kwam met een zorgvuldig beraamd en geraffineerd plan.
G. is van Nederlandse afkomst, maar woonde met zijn gezin op het Cookeiland Raratonga. Daar raakte de landbouwspecialist in ernstige financiële problemen. In september vorig jaar reisde hij naar Nederland met de bedoeling iemand te ontvoeren voor losgeld. Op internet vond hij de lijst met de 500 rijkste Nederlanders van het maandblad Quote. Uit die lijst koos de man een aantal kandidaten. Voor de rechtbank zei hij, dat hij eigenlijk van plan was geweest de vader of moeder van Reinier Terwindt te ontvoeren.
De ontvoerder overmeesterde Reinier Terwindt met een mes en een rubberen hamer op een moment dat de jongen alleen thuis was. De rechtbank neemt het de ontvoerder zeer kwalijk dat hij zijn slachtoffer in eenzaamheid heeft opgesloten. Er waren geen sanitaire voorzieningen en de man voorzag de jongen maar beperkt van voedsel. De slechts in een badjas geklede Nijmeegse jongen kreeg twee kale boterhammen per dag, terwijl hij op een koude en donkere zolder aan de muur was vastgeketend.
De rechter rekent het G. ook zwaar aan dat hij de ontvoerde jongen voortdurend angst heeft ingeboezemd door te zeggen dat het huisje bewaakt zou worden door Serviërs met machinegeweren. Reinier en zijn familie zijn meermalen met de dood bedreigd. „De gevolgen van deze daad zijn groot voor de familie. Zij hebben sindsdien last van gevoelens van angst en wantrouwen. Veiligheid, geborgenheid en onbezorgdheid zijn voor hen niet meer vanzelfsprekend”, aldus de rechtbank.