Eis: cel na dodelijke busrit
Tegen de 41-jarige buschauffeur A. van der L. uit Rotterdam is in hoger beroep bij het gerechtshof in Den Haag maandag vier jaar gevangenisstraf geëist.
Wegens schuld aan de dood van een voetganger in Rotterdam veroordeelde de rechtbank in die plaats hem eerder tot 140 uur werkstraf en negen maanden voorwaardelijke celstraf.
Het openbaar ministerie, dat bij de rechtbank drie jaar cel had geëist, wil dat de ex-buschauffeur in hoger beroep alsnog wordt veroordeeld wegens doodslag in plaats van dood door schuld. Volgens het OM was er geen sprake van een verwijtbaar ongeluk, maar heeft de chauffeur willens en wetens het risico genomen dat het slachtoffer kwam te overlijden.
De verdachte reed in februari 2002 op het Weena in Rotterdam met een stadsbus een stomdronken man dood die weigerde opzij te gaan. Het 53-jarige slachtoffer hield op het zebrapad eerst een auto aan, die uiteindelijk om hem heen kon rijden. Daarna richtte de man zich scheldend en tierend tot de bus. Door stapvoets op te trekken, probeerde de buschauffeur hem naar de kant te dwingen. Daarbij reed hij tegen de man aan, die op de grond viel. Vervolgens reed de chauffeur door. Het slachtoffer kwam onder de wielen van de bus terecht.
Volgens de advocaat van de buschauffeur, E. Weening, was de verdachte op het fatale moment dusdanig onder invloed van „angst en stress” dat het ongeluk hem niet kan worden aangerekend.
Het hof doet op 28 juni uitspraak.