De Alblasserwaard getoond in honderd portretten
Ze schreven honderd portretten van mensen uit de Alblasserwaard. „We waren vooral op zoek naar gewone mensen met eenvoudige, alledaagse verhalen”, aldus fotograaf Ferry Verheij en schrijver Bram van der Wal.
Verheij (48) en Van der Wal (65) presenteerden vrijdag hun creatie, ”100waard”. Het 400 pagina’s tellende boek brengt honderd Alblasserwaarders van 1 tot 100 jaar –voor elk geboortejaar tussen 1917 en 2016 één– in beeld. Het idee ontstond toen Verheij voor zijn blog ”Oog op Alblasserwaard” op de site Oog op Nederland veel „interessante” mensen ontmoette en bijzondere landschapsfoto’s schoot.
„We wilden al langer iets samen doen. Ineens borrelde de gedachte op om honderd inwoners te porteretteren”, vertelt Van der Wal. Het leidde tot een klus die anderhalf jaar duurde. „De eerste kandidaten waren gauw gevonden. Daarna kregen we diverse tips. Ook plaatsten we oproepen op Facebook.”
Het was vooral een uitdaging om hoogbejaarde inwoners te vinden. Verheij: „Dat werd een vreselijke zoektocht. Op een gegeven moment werkten we bijna wanhopig de zorginstellingen in de regio af.”
Mooiste verhalen
Uiteindelijk vonden beide producenten van elke leeftijd een kandidaat. Bijna iedereen wilde meewerken. „Wat opviel was dat veel kandidaten vroegen waarom uitgerekend zij werden uitgekozen. „Ik ben maar gewoon”, zeiden ze. „Wat heb ik nou te vertellen?” Juist die mensen vertelden vaak de mooiste verhalen.”
Bij het verschijnen van het boek waren drie geportretteerden inmiddels overleden. Hun nabestaanden gaven toch toestemming voor publicatie.
Uitgangspunt voor Verheij en Van der Wal bij de samenstelling van het boek was variatie en diversiteit. En het vinden van ‘gewone’ mensen. „We wilden de veelkleurigheid van de bevolking laten zien: fietsers op weg naar school, jongens die koeien verplaatsen of die mevrouw die op haar brommertje naar de kerk gaat.”
Dit is ’m
De samenstellers probeerden tekst en beeld zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen. „Het moet passen. Als mensen de foto zien en de tekst lezen, moeten ze zeggen: dit klopt, dit is ’m.”
Volgens Joost-Jan Kool, beleidsmedewerker van de Alblasserwaardse gemeente Giessenlanden, zijn ze daarin ze wonderwel geslaagd, schrijft hij in het voorwoord: „Het boek is niet alleen prachtig omdat de teksten zo goed geschreven zijn en de foto’s technisch perfect geschoten. Het is prachtig omdat uit elk verhaal blijkt hoe goed de fotograaf gekeken en de auteur geluisterd heeft.”
Dat leidt onder meer tot een intrigerende foto van de broers Jaap en Nees Terlouw in hun boerderij in Goudriaan. Op hun verjaardag eten ze een halve tompouce en onthouden ze zich van „uitspattingen.” Van der Wal maakte de tekst ondergeschikt aan de foto van zijn collega én aan het karakter van de broers. Hij beperkt zich tot: „Wij zijn mensen van weinig woorden.”
Met ”100waard” tonen Van der Wal en Verheij hun liefde voor de Alblasserwaard waar beiden zijn geboren en getogen. Verheij: „Op een bepaalde leeftijd denk je dat je weg moet, omdat hier niet zoveel te beleven valt. Als je ouder wordt, ga je waarderen waar je vandaan komt. De mensen kennen elkaar en zorgen voor elkaar. Burgerparticipatie werd hier al decennia toegepast, voordat het in Den Haag werd uitgevonden.” De fotograaf waardeert de schoonheid van de streek. „Moet je ’s morgens vroeg met een ochtendnevel en een opkomend zonnetje de natuur eens in gaan. Je weet niet wat je ziet.”
Van der Wal wijst op de volksaard. „Hard werken en de schouders eronder. De inwoners houden het maaiveld nauwkeurig in de gaten. Het is niet de bedoeling dat iemand z’n hoofd daar al te ver bovenuit steekt.”
Het geloof speelt een grote rol. Van der Wal: „Dat ligt in de waard overal om de hoek.” Al is het maar door groepen fietsers die op weg zijn naar de ”Gomarus”, of het Reformatorisch Dagblad dat in veel huiskamers op tafel ligt. Religie is terug te vinden in het boek. Een moeder zegt over haar dochtertje, die met een grote wijnvlek op haar gezicht werd geboren: „God heeft geen fout gemaakt. Het is een mooie taak als je door Hem bent uitgekozen om dit kind te mogen liefhebben en op te voeden.” De vrouw uit 1920 noteert sinds 1958 in een schriftje welke predikant ze beluisterde, waar deze vandaan komt en welke tekst hij bepreekte. „Daar hoorde ook een beoordeling bij: goed, minder goed en liever niet meer.”
De honderdjarige Corrie van der Vlist uit Bleskensgraaf zegt: „Wij zijn kerks opgebracht, ik ging naar de christelijke school en ik geloof dat ik naar mijn God mag gaan. Ik denk daar veel over na.”
Een expositie van de foto’s is tot en met 22 december te zien in Studio Verheij, Nieuwendijk 8a in Noordeloos.