Nabestaanden Zuid-Sulawesi te laat met klacht
Vijftien kinderen van vaders die in 1947 in Zuid-Sulawesi zijn geëxecuteerd door Nederlandse militairen, zijn te laat met het aansprakelijk stellen van de Nederlandse staat. De rechtbank in Den Haag heeft dat woensdag bepaald en heeft daarmee de Staat in het gelijk gesteld. De advocaat van de betrokkenen, Liesbeth Zegveld, is het er niet mee eens en zal „zeker hoger beroep instellen”, liet ze weten.
De nabestaanden hadden het proces moeten beginnen „binnen een redelijke termijn” nadat zij te weten waren gekomen dat aansprakelijkstelling mogelijk was, aldus de rechtbank. De eisers wisten dat in 2013, maar hebben de Staat pas eind december 2016 gedagvaard.
Voorzitter Jeffry Pondaag van de Stichting Comité Nederlandse Ereschulden vindt de uitspraak „ongelooflijk en belachelijk”. Hij vraagt zich af waar de welwillendheid van Nederland is na de excuses die Nederland in 2013 maakte voor de executies. Daarna meldden zich honderden nabestaanden uit getroffen dorpen in Zuid-Sulawesi, Java en Sumatra bij zijn stichting. Inmiddels brachten 76 kinderen dagvaardingen uit. Een hoger beroep kost volgens Pondaag extra tijd en veel kinderen zijn al tussen de zeventig en tachtig jaar.
Zegveld vindt het argument van de „redelijke termijn” opmerkelijk en noemt het onredelijk dat de Staat achterover leunt en alle verantwoordelijkheid bij de nabestaanden legt. Ze wijst erop dat het maken van de dagvaardingen een complexe zaak is. „Als de uitspraak overeind blijft, kán dat betekenen dat ze het boek voor de kinderen sluiten. Is dát wat we willen, bij zulke ernstige feiten. Het is genant.”
In eerdere zaken over misdragingen van Nederlandse militairen in voormalig Nederlands-Indië tussen 1947 en 1949 werd het beroep van de Staat op verjaring niet gehonoreerd. De Staat trof schikkingen met weduwen van standrechtelijk geëxecuteerde mannen. Kinderen vallen buiten deze regeling maar ze hebben in principe wel recht op schadevergoeding, bepaalde de rechtbank in Den Haag in 2015. Ze kunnen een aparte zaak tegen de Staat voeren.
De vijftien kinderen uit Zuid-Sulawesi eisten schadevergoedingen van ten minste 30.000 euro.