De verwoesting van Ninevé gaat nog altijd door
In het Bijbelboek Jona wordt Ninevé omschreven als „een grote stad Gods, van drie dagreizen.” Het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden haalt de hoofdstad van het Assyrische Rijk in een omvangrijke expositie onder het stof vandaan.
Ninevé is grootgemaakt door Sanherib, de koning die aan het begin van de zevende eeuw voor Christus Jeruzalem belegerde. De hoofdstad van Juda werd toen op wonderlijke wijze gered doordat „de Engel des Heeren” op het gebed van koning Hizkia 185.000 Assyriërs doodde.
Sanherib was in 705 voor Chr. koning van het Nieuw-Assyrische rijk geworden, kort nadat zijn vader Sargon II was gesneuveld. Uit bijgelovige vrees voor meer onheil verliet hij de nog onvoltooide hoofdstad Khorsabad van zijn vader en vestigde het regeringscentrum iets verderop in Ninevé, een oude stad aan de oostoever van de rivier Tigris.
Hier liet hij een schitterend paleis bouwen dat uitbundig werd versierd met stenen muurreliëfs, met goud, zilver, brons, albast, ivoor en kostbare houtsoorten. Op de reliëfs waren de grote daden van Sanherib in bonte kleuren afgebeeld. De koning sprak van ”het paleis zonder gelijken”. Ninevé groeide onder zijn bewind uit tot een bloeiende en welvarende metropool.
De stad had goede papieren. Ninevé werd omringd door zeer vruchtbare vlakten. Een zijtak van de Tigris liep dwars door de stad en met een vernuftig irrigatiesysteem kon de voedselvoorziening voor de talrijke inwoners gemakkelijk op peil worden gehouden. Ninevé was ook een uitzonderlijk groene stad. Het is mogelijk dat de legendarische hangende tuinen van Babylon feitelijk teruggaan op de groencultuur in Ninevé.
Goddeloos
De stad lag ook strategisch. Een van de belangrijkste handelsroutes tussen de Middellandse Zee en de Indische Oceaan liep erlangs. Daar kwam nog bij dat Ninevé van grote religieuze betekenis was voor de Assyriërs. Al eeuwenlang stond hier een regionaal heiligdom dat was gewijd aan de godin Isjtar.
Dat alles zorgde ervoor dat Ninevé uitgroeide tot een van de grootste steden van de oudheid, zo niet de grootste. Het was een stad met indrukwekkende tempels, prestigieuze paleizen, weelderige tuinen en talloze woonhuizen. Om de stad was een sterke muur gebouwd van steen en kleitichels, met daarin achttien toegangspoorten. Vanaf Ninevé leidden drukke wegen naar andere belangrijke steden in het rijk.
In zowel de klassieke literatuur als in de Bijbel leefde Ninevé voort als ongekende wereldstad, maar ook als wereldse stad. In de Bijbel is de goddeloosheid van Ninevé er de oorzaak van dat de profeet Jona de verwoesting van de stad moet aankondigen. Doordat de inwoners zich bekeerden werd het oordeel op dat moment niet voltrokken.
Troonkamer
Toch is Jona’s profetie uiteindelijk uitgekomen. Aan het eind van de zevende eeuw voor Chr. kwamen verschillende onderdrukte volken in opstand tegen Assyrië en maakten voorgoed een einde aan het wereldrijk, dat zo’n 1500 jaar heeft bestaan. Ninevé is waarschijnlijk langdurig belegerd geweest door onder anderen Babyloniërs en Meden. In de Halzipoort zijn twaalf skeletten gevonden, van mannen, jongens, kinderen en zelfs van een baby. Ze waren ernstig verzwakt door het beleg en hebben mogelijk uit wanhoop geprobeerd de stad te verlaten. De vijand buiten had echter geen mededogen, ze werden met pijlen gedood.
In 612 voor Chr. werd Ninevé met de grond gelijkgemaakt, zoals ook de profeten Nahum en Zefanja al hadden voorzegd: „Hij zal Ninevé stellen tot een verwoesting, droog als een woestijn.” Zeer waarschijnlijk houdt deze totale vernietiging verband met de verovering van Babylon door Sanherib in 689 voor Chr., zo’n 75 jaar eerder. Specifieke beschadigingen aan de reliëfs in het paleis wijzen daarop. Op rituele wijze werden de afbeeldingen die ze het meest verafschuwden kapotgemaakt om ze van hun macht te beroven. De haat van de Babyloniërs zat diep en hun wraak was totaal.
Schoonheid
Eeuwenlang bleef de situatie zo; de resten van Ninevé verdwenen onder het stof en de stad raakte in de vergetelheid. Tot de Britse archeoloog Austin Henry Layard in 1847 voor het eerst een stuk van het paleis van Sanherib opgroef.
De archeologen die bij de opgraving waren betrokken waren diep onder de indruk van de schoonheid van het bouwwerk en brachten veel van de stenen reliëfs uit het paleis naar het British Museum in Londen.
Enkele kamers, waaronder de troonkamer en een ontvangstzaal, bleven in Ninevé. In 1965 hebben Iraakse archeologen ze opnieuw vrijgemaakt van zand, ze gerestaureerd en opengesteld voor publiek. Gereconstrueerde muren rond de plek van de opgraving maakten duidelijk dat dit een belangrijke archeologische vindplaats was die beschermd moest worden.
Tevergeefs. In de eerste maanden van 2016 zijn vrijwel alle zichtbare resten van Ninevé verwoest door oorlogsgeweld – ook het paleis van Sanherib. Jihadisten van Islamitische Staat (IS) hadden twee jaar eerder de stad Mosul, die deels op de resten van Ninevé is gebouwd, bezet. Zij maakten korte metten met het eeuwenoude erfgoed.
Dankzij de opgravingen in de negentiende eeuw zijn nog veel kostbaarheden uit Ninevé overal ter wereld bewaard gebleven. Het Rijksmuseum van Oudheden brengt 250 van de topstukken uit internationale musea weer bij elkaar – voor het eerst sinds de ontdekking van de antieke stadsruïnes zo’n 200 jaar geleden.
Hoop
De tentoonstelling bestrijkt de hele geschiedenis van Ninevé. Het verhaal eindigt bij de recente vernielingen van de ruïnes door IS en onderstreept het belang van het behoud van werelderfgoed. „We kunnen hoop putten uit de gedachte dat de studie van het verleden een manier is om onze toekomst veilig te stellen”, schrijft samensteller van de tenstoonstelling Lucas Petit in de catalogus. „Meer dan 200 jaar lang is Ninevé uitgebreid onderzocht door reizigers, archeologen, historici, assyriologen en vele andere wetenschappers van over de hele wereld. De opzettelijke, stelselmatige verwoesting van ons gemeenschappelijk erfgoed is en blijft een tragedie die dient te worden veroordeeld, maar veel informatie over het tastbare en ontastbare erfgoed van het oude Ninevé is gelukkig bewaard gebleven.”
Die wereldwijd verspreide vondsten vertellen nu samen hun verhaal in Leiden. „Nog nooit eerder is er zo’n grote tentoonstelling over Ninevé georganiseerd”, aldus directeur Wim Weijland van het Rijksmuseum voor Oudheden. Het museum besteedt ruim aandacht aan de opgravingen en de vondsten die zijn gedaan, maar ook aan de beeldvorming van Ninevé door de eeuwen heen.
Bijzonder in de tenstoonstelling is de reconstructie van de reliëfs uit de troonzaal van koning Sanherib door internationale teams van specialisten. Met behulp van data die (ver) voor de verwoestingen van 2016 zijn verzameld, hebben wetenschappers enkele paleiswanden die bekleed waren met stenen reliëfs gereconstrueerd en van de oorspronkelijk kleuren voorzien. Ze geven een fraaie indruk van de bonte en rijk gedecoreerde wereld waarin koning Sanherib ooit vertoefde.
”Nineveh. Hoofdstad van een wereldrijk” is tot en met 25 maart 2018 te zien in het RMO in Leiden. www.rmo.nl/nineveh