Wie rijles neemt moet zonder angst bij een instructeur kunnen instappen, vindt minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur). De minister wijst erop dat rij-instructeurs zelf al geruime tijd klagen over „rotte appels, mensen die veroordeeld zijn voor geweld, omkoping, echt serieuze delicten”.

Een leerling is kwetsbaar, omdat die vaak jong is en in de beslotenheid van een lesauto onder de hoede staat van een instructeur. Van Nieuwenhuizen erkent dat het bezit van een VOG geen garantie is dat een instructeur zich behoorlijk gedraagt, maar ze denkt „dat het wel een belangrijke drempel is” waarmee ongeschikte personen uit het vak kunnen worden geweerd.

De overheid verstrekt alleen een VOG als de aanvrager niets op zijn strafblad heeft wat te maken heeft met het werk waarvoor hij of zij de verklaring aanvraagt. Van Nieuwenhuizen hoopt de verplichting in de loop van volgend jaar te kunnen invoeren. Niet alleen nieuwelingen, maar ook instructeurs die hun bevoegdheid willen verlengen hebben dan een VOG nodig. Verlengen moet om de vijf jaar.

De branche onderzoekt of zij zelf nog andere maatregelen kan nemen om wangedrag van instructeurs tegen te gaan.