Vader Van W. racete de bewuste avond na een gezamenlijk restaurantbezoek met zijn Porsche 911 op weg naar huis in Loosdrecht, op de voet gevolgd door de Mini Cooper van zijn zoon. Getuigen verklaarden dat beiden bumper aan bumper reden, met snelheden tot wel 200 kilometer per uur. Rond 21.45 uur botste vader Van W. met een snelheid van 111 kilometer per uur op de Toyota van de jonge vrouw, die uit een uitrit kwam. Zij overleed twee weken later.

Het Openbaar Ministerie (OM) eiste twee weken geleden wegens roekeloos rijgedrag en dood door schuld vijf jaar cel tegen vader Walter van W. Zijn zoon had wat de aanklager betreft drie jaar cel moeten krijgen, maar de rechtbank vond dat de 33-jarige man minder zware verwijten zijn te maken.

De twee, vrijdag allebei afwezig, hebben elkaar over een afstand van ongeveer drie kilometer weliswaar „opgejut” door met hoge snelheden kort op elkaar te rijden, maar het staat in de ogen van de rechtbank niet vast dat dit vlak voor de klap ook nog zo was. De zoon kon na het ongeval tijdig tot stilstand komen en is niet op de Porsche van zijn vader ingereden. De rechtbank memoreerde verder dat de zoon - in tegenstelling tot zijn vader - niet te veel had gedronken. Hij leek vlak voor het ongeval „al een beetje afgehaakt”, aldus de rechtbank.

De zoon heeft wel bijgedragen aan het rijgedrag van zijn vader, aldus de rechters, die het Walter van W. zwaar aanrekenen dat hij onder invloed van alcohol met extreem hoge snelheden door de bebouwde kom van Loosdrecht reed. Hij wist dat de weg tal van in- en afritten naar woningen telt. Bij het opleggen van de straf woog de rechtbank ook mee dat de vader als drankrijder vijfmaal eerder met justitie in aanraking kwam.

Een rijverbod gaat altijd in na het uitzitten van de straf.