Jihadverdachte Laura H. hoort vonnis
Jihadverdachte Laura H. hoort maandag hoe de rechtbank in Rotterdam oordeelt over haar vertrek naar en verblijf in IS-gebied in 2015. Het Openbaar Ministerie (OM) beschuldigt haar van deelname aan de radicaalislamitische terreurgroep IS en voorbereiding voor het plegen van terroristische misdrijven.
Het OM eiste vorige maand bijna drie jaar celstraf tegen H., waarvan twee jaar voorwaardelijk. Omdat zij al een jaar in voorarrest heeft gezeten, zou ze dan niet meer terug de gevangenis in hoeven. Haar advocaat Michiel Pestman heeft om vrijspraak gevraagd. Hij stelde dat H. echt niet wist dat ze naar IS-gebied zou gaan met haar man Ibrahim en twee zeer jonge kinderen. Volgens hem heeft ze ook geen relevante bijdrage geleverd aan IS. Maar de aanklagers zijn het daar niet mee eens. Ook mensen die strijders verzorgen, werken mee aan de terreurbeweging, vindt het OM.
De 21-jarige H. uit Leidschendam claimt dat zij na een jaar onder gevaarlijke omstandigheden kon ontsnappen uit het kalifaat, samen met haar kinderen. Ibrahim zou gewond zijn achtergebleven. Zijn lot is onbekend.
De zaak van H. trok veel aandacht, omdat zij na haar vlucht op de Koerdische televisie verscheen. Ook bij het OM kwam zij in het vizier. H. werd meteen na aankomst in Nederland vastgezet, omdat gedacht werd dat H. was teruggekeerd om hier een aanslag te plegen. Die verdenking liet het OM na een krap jaar vallen, waarna haar voorlopige hechtenis werd opgeschort.