Economie

„Oranje voetbalgras moeten we niet willen”

Gras is gras en groen is groen. Niets is minder waar. Wereldwijd bestaan er zo’n 8000 verschillende soorten gras. Barenbrug kweekt al honderd jaar groene sprieten. De veredelaar verhandelt ieder jaar zeker 70.000 ton graszaad. ”Great in grass”.

11 June 2004 10:41Gewijzigd op 14 November 2020 01:19
OOSTERHOUT – Directievoorzitter Kees Bleeker van de Barenbrug Group legt een zak met zaad voor weidegras op een pallet. Het graszaadbedrijf uit Oosterhout (bij Nijmegen) met twintig vestigingen over de hele wereld bestaat honderd jaar en heeft deze week
OOSTERHOUT – Directievoorzitter Kees Bleeker van de Barenbrug Group legt een zak met zaad voor weidegras op een pallet. Het graszaadbedrijf uit Oosterhout (bij Nijmegen) met twintig vestigingen over de hele wereld bestaat honderd jaar en heeft deze week

Sterk gras voor voetbalvelden, voedzaam gras voor koeien, fijn gras voor golfbanen, langzaam groeiend gras voor bermen en dijken, frisgroen gras voor gazonnetjes. Elke toepassing vraagt andere graseigenschappen. De Barenbrug Group in Oosterhout (onder Nijmegen) buigt zich al een eeuw over groene sprieten. Deze week kreeg Barenbrug het predikaat ”koninklijk”.

De wortels van het graszadenbedrijf liggen in juni 1904. Joseph Theodore Barenbrug begint op dat moment in Arnhem een handeltje in graszaden. Graszaad moet niet langer op hooizolders worden bijeengeveegd, maar op professionele wijze worden geteeld, zegt Joseph. Vier jaar later doet de grasspecialist zijn wetenschappelijke inzichten uit de doeken in een boek: ”Money in Grasses”.

In 1937 wordt de eerste wetenschappelijk geschoolde plantenveredelaar van de landbouwhogeschool in Wageningen aangenomen. Nederland ontwikkelt zich tot een van de belangrijkste graszaadexporterende landen ter wereld. Het familiebedrijf Barenbrug groeit gestaag. In 1952 wordt de eerste buitenlandse vestiging geopend. In 1989 lijft Unilever de zaadhandelaar in. Barenbrug slaat zijn vleugels uit naar vijf continenten.

Unilever gooit in 1992 het roer om en richt zich vanaf dat moment op kernactiviteiten. Kleinzoon Bert Barenbrug kan de onderneming terugkopen en zelfstandig voortzetten. Inmiddels loopt de vierde generatie Barenbrug zich warm om -op termijn- de scepter over het concern te zwaaien.

De grote groei van het graszadenbedrijf dateert uit de laatste twee decennia. Barenbrug (omzet 155 miljoen euro, waarvan 20 miljoen in Nederland) is op dit moment met 550 werknemers actief in 90 landen. Van hen zijn er 110 werkzaam op het hoofdkantoor in Oosterhout. De anderen werken ergens in Europa, in Amerika, Argentinië, Australië, Nieuw-Zeeland of China.

Het bedrijf beschikt over twintig vestigingen, verspreid over de hele wereld. Alleen in Nederland krijgt Barenbrug graszaad van zo’n 800 akkerbouwers met 7000 hectare grond. „Elke klimaatzone stelt zijn eigen eisen aan ons product”, vertelt directievoorzitter Kees Bleeker. „Een grassoort uit de ene zone gedijt soms niet in een andere zone. Daarom moeten wij op elk continent vertegenwoordigd zijn.”

Daarbij kunnen de graszaadproducenten via veredeling de eigenschappen van graszaad van de ene kant van de wereld inzetten voor grassen die gebruikt worden aan de andere kant van de aardbol. In laboratoria buigen analisten zich dagelijks over de eigenschappen van het natuurproduct: van betredingsresistentie tot eiwitgehalte, van droogteresistentie tot maaibaarheid. Het ontwikkelen van een nieuw ras kost zo’n vijftien jaar.

Het Gelderse bedrijf veredelt in zo’n dertig verschillende grassoorten en heeft meer dan 300 variëteiten ontwikkeld, waarvan ruim 150 rassen beschermd zijn met octrooien. Het aantal specifieke toepassingen van gras neemt sterk toe. „Misschien is er binnen tien jaar wel gras op de markt dat nog maar één keer per jaar gemaaid hoeft te worden”, vertelt Bleeker.

Barenbrug zegt de genetische modificaties van gras nauwlettend te volgen en ze eventueel toe te passen in zijn product. De eigen activiteiten zijn volgens de directeur beperkt. „Wij zijn op wereldschaal te klein om een voortrekkersrol te vervullen, maar gespecialiseerd genoeg om ernaar te kijken. Gras is echter niet zo’n wereldgewas als soja en maïs.”

Bleeker heeft geen moeite met het ontwikkelen van genproducten, zolang deze een bijdrage leveren aan het oplossen van het voedselvraagstuk in deze wereld. „Daar kun je je niet aan onttrekken. Het ontwikkelen van oranje gras voor een voetbalveld moeten we niet willen. Daar zet ik een streep.” De eerste twintig jaar verwacht Bleeker geen gengras op de markt te brengen.

Barenbrug mag zich met een wereldwijd marktaandeel van 12,5 procent het op een na grootste grasbedrijf ter wereld noemen. Alleen DLF Trifolium uit Denemarken is groter. Bleeker ziet zijn bedrijf echter als marktleider in de sector. „Qua winstgevendheid en research zijn wij de nummer 1.” Daar schuilt een bewuste keus achter, legt hij uit. „Wij richten ons minder op volumemarkten en meer op gespecialiseerde toepassingen.”

Bleeker reageert laconiek op de opkomst van alternatieven voor gras. „Kunstgras kan nooit echt gras vervangen. Geen voetballer zit erop te wachten om op kunststof te spelen. Sporters zullen er aanmerkelijk meer blessures door oplopen. De jarenlange hardnekkige problemen met de grasmat in de Amsterdam ArenA lijken het bedrijf niet te deren. „We zijn er blij mee”, zegt marketingmanager Paul van den Berg. „Er is nog nooit zo veel over gras gesproken.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer