Meetinstrument later gelanceerd
De ruimtevaartorganisatie NASA lanceert op 3 juli vanuit Californië een satelliet met een apparaat van Nederlands-Finse makelij dat het weer, de zonnestraling en luchtvervuiling op aarde zeer gedetailleerd kan meten.
Het apparaat kan de metingen vrijwel per vierkante kilometer verrichten. De lancering, die aanvankelijk 19 juni zou plaatshebben, is al verschillende keren uitgesteld.
Nooit eerder hebben satellietinstrumenten zo gedetailleerd de atmosfeer kunnen bestuderen, liet het KNMI donderdag bij de presentatie van het Ozon Monitoring Instrument (OMI) weten. Wolken vormen geen probleem. Het instrument meet er dwars doorheen, iets wat eerdere meetinstrumenten niet konden. „We maken dan ook een enorme stap voorwaarts”, stelt hoofdonderzoeker P. Levelt van het KNMI.
Het instrument kijkt of de ozonlaag zich weer kan herstellen, wat de bronnen van luchtvervuiling zijn en hoe die zich verplaatsen. Daarnaast onderzoekt het apparaat welke rol ozon en stof- en roetdeeltjes spelen in de klimaatverandering.
Het instrument kan wereldwijd op lokaal niveau de verwachte uv-straling meten. Zodoende kan het Ozon Monitoring Instrument een belangrijke rol spelen in de bestrijding van huidkanker. Met de voorspellingen kunnen mensen beter worden gewaarschuwd op bepaalde zongevaarlijke dagen. Het KNMI pleit ervoor om deze waarschuwingen bij weerberichten op radio en televisie mee te nemen. Nu zijn de zonvoorspellingen alleen nog maar op internet te zien.
Het Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart (NIVR) heeft de leiding over het project. Het wetenschappelijk team achter het instrument staat onder leiding van het KNMI en bestaat naast de NASA uit leden van het Finse Meteorologische Instituut (FMI) en andere Europese instellingen.
De verwachting is dat de eerste meetresultaten een halfjaar na lancering beschikbaar zijn. OMI zal vijf jaar in de ruimte verblijven. De lancering is uitgesteld door lekkage in het druksysteem van de draagraket.