Verbannen leprapatiënten welkom in christelijk ziekenhuis Myanmar
Leprapatiënten. In Myanmar (Birma) worden ze het dorp uit gewerkt en door familie op straat gezet. Hoe anders is de houding van christenen: leprapatiënten worden door hen met liefde geholpen. In het christelijk ziekenhuis in Mawlamyine bijvoorbeeld.
De foto hierboven geeft van die zorg iets weer. In de operatiezaal van het christelijke ziekenhuis in Mawlamyine wacht een door lepra getroffen jongeman op een operatie aan zijn voeten. Die zijn door de leprabacterie zwaar verminkt en omdat de man zijn kostje verdient als fietstaxirijder, dreigt hij tot de bedelstaf te worden veroordeeld. Fietsen met stompjes van voeten is immers onmogelijk.
In de operatiezaal werd dat sombere vooruitzicht ingewisseld voor nieuw perspectief. Maar niet voordat er gezamenlijk om een zegen van God is gevraagd. Van die afhankelijke houding had ik elders in het gebouw al iets geproefd. „We treat, God heals” (wij behandelen, God geneest) stond er met grote letters op de gevel geschreven.
Stompvoeten
Tijdens een wandeling door het gebouw komen de gevolgen van lepra in al hun rauwheid voorbij. Ik zie mannen met tot klauwen vervormde handen, jongens met stompvoeten en vrouwen met misvormde handen. Veel lelijke wonden ook: een stuk glas dat diep in je hiel snijdt, voelt voor een leprapatiënt alsof hij op een spons trapt – dat voelt hij dus níét. Omdat de zenuwen door lepra zijn aangetast.
Lepra is goed te genezen, maar wie te lang wacht met het vragen om hulp, die ziet zijn lichaam wegkwijnen. Gauw hulp zoeken dus, maar een sta-in-de-weg is het grote taboe dat rondom de ziekte hangt. Iemand die de eerste tekenen ervan ontdekt, probeert dat vaak zo lang mogelijk te ontkennen. Niet verstandig, wel begrijpelijk.
De rondgang door het ziekenhuis levert tal van bizarre verhalen op – van uitsluiting en stigmatisering. Zo vertelt een verpleegkundige over een vrouw die het dorp was uitgezet, om haar leven verder te slijten op de begraafplaats. Eten kreeg ze dagelijks toegeworpen.
Een patiënt drukte de zuster op het hart om toch vooral geen medicijnen bij hem thuis in het dorp te brengen, uit angst ontdekt te worden „Ik kom ze wel ophalen”, liet hij weten.
Veel patiënten in het ziekenhuis zitten er zonder dat iemand in hun dorp daarvan af weet. „Ze vertellen dat ze op familiebezoek gaan of op zakenreis. Intussen zitten ze hier stiekem in een ziekhuisbed.”
Ook wie van lepra genezen is, houdt dat vaak zorgvuldig geheim, vooral als er sprake is van verminkte ledematen. „Het beroep van nachtwaker is populair omdat niemand je dan ziet.”
Het christelijke ziekenhuis telt ook patiënten die niet van plan zijn om weg te gaan, ook al zijn ze genezen. Vanwege de verminkingen zijn ze niet meer welkom in hun dorp en ook hun familie heeft laten weten hen liever niet meer te zien.
Een bejaarde man kreeg van zijn kinderen zelfs een zak geld mee – „voor de begrafenis”, zeiden ze. In een hoek van een zaal zit een vrouw met een verschrikkelijk verminkt gezicht – wie haar ziet heeft de neiging snel een andere kant op te kijken. Verontschuldigend zegt ze „dat ze haar kinderen thuis niet tot last wil zijn.” Iedereen in het ziekenhuis weet wel beter: ze is daar niet meer welkom.
Statistisch verdwenen
Leprapatiënten in Myanmar worden ook door de overheid in de steek gelaten. Volgens de autoriteiten bestaat de ziekte „statistisch gezien” niet meer en „dus” hebben ze geen recht meer op zorg die door de staat wordt betaald. Dat er in Myanmar nog ieder jaar 3000 nieuwe gevallen bijkomen, doet daar niet aan af. Het gevolg is dat LepraZending nog de enige organisatie is die deze vergeten groep te hulp komt.
Maar de capaciteit van het ziekenhuis is met honderd bedden beperkt. Het gezamenlijk initiatief van de kerken in Mawlamyine telt vijf verpleegkundigen en vier artsen, van wie er één chirurg is. Daarnaast zijn er nog hulpzusters.
Toegewijde christenen zijn het die in andere hospitaals veel meer kunnen verdienen, maar die daar niet voor kiezen. Hier worden de vaak arme patiënten gratis geholpen. De ietwat aftandse staat van het ziekenhuis suggereert dat dit vaak budgettair balanceren betekent en dat men daarbij wel wat steun kan gebruiken. Niet enkel om mensen lichamelijk te helpen. Voor christenen in het boeddhistische Myanmar is het ziekenhuis ook geestelijk van belang, zeggen ze zelf. „Het is dé manier om het Evangelie bij mensen te brengen.”
Kerk getuigt in haar strijd tegen lepra
Naast het werk van Wycliffe Bijbelvertalers steunen we dit jaar de christelijke hulporganisatie LepraZending met haar activiteiten in Myanmar (Birma).
LepraZending is een oude bekende in dit Zuidoost-Aziatische land als het gaat om hulp en medische zorg onder leprapatiënten. Steeds meer werk wordt er door lokale medewerkers gedaan voor gehandicapten in het algemeen, die, net als leprapatiënten, er een vergeten groep zijn. Omdat christenen niet vrij zijn om het Woord naar buiten toe te verkondigen, is deze hulp een belangrijk getuigenis van de kerken. Juist daarom steunen we hen! We richten ons daarbij op wat in het ziekenhuis van Mawlamyine (zie ”Verbannen leprapatiënten zijn welkom in christelijk ziekenhuis”) en op werk onder gehandicapten vanuit regionale centra in Pakokku en Taungoo.