Kerk & religie

Een Bijbel in de eigen taal: eindelijk houvast, troost en richting

Kerkdiensten waarin meer vertaald wordt dan gepreekt. Omdat er een Bijbel in een vreemde taal openligt. In Myanmar (Birma) verlangen bergvolken naar een Bijbel in de eigen taal. Een van die volken, de Uka, werkt aan zo’n project: een voor hen leesbaar Oude Testament. Wij gaan hen daarbij helpen.

28 October 2017 12:15Gewijzigd op 16 November 2020 11:48
NETUKA. Zondagse kerkdienst bij de Uka, een van de bergdorpen in het noordoosten van Myanmar. Nu ze het Nieuwe Testament in hun eigen taal hebben, komen er steeds meer dorpsbewoners naar de dienst. Aan de vertaling van het Oude Testament wordt hard gewerk
NETUKA. Zondagse kerkdienst bij de Uka, een van de bergdorpen in het noordoosten van Myanmar. Nu ze het Nieuwe Testament in hun eigen taal hebben, komen er steeds meer dorpsbewoners naar de dienst. Aan de vertaling van het Oude Testament wordt hard gewerk

Een dove die voor het eerst kan horen. Een blinde die kan zien. Het overweldigende van zo’n ervaring, de verrassing op hun gezicht. Zoiets moet er ook zijn geweest bij gemeenteleden in het kerkje van de Uka, een bergvolk in het noordoosten van Myanmar. Op het moment dat de gemeente het Nieuwe Testament ontving in de eigen taal, het Uka (om veiligheidsredenen wordt niet de echte naam gebruikt, AJ).

Wat een sensatie moet dat zijn geweest: eindelijk een Bijbel die ze konden lezen! Wat een ontroering ook. Als ze het Oude Testament hadden gehad, dan hadden ze zich vast herkend in de woorden van Nehemia, toen hij voor het eerst na de ballingschap de wet voorlas: „Toen ging al het volk heen om te eten en te drinken en om delen te zenden en grote blijdschap te maken, want zij hadden de woorden verstaan die men hun had bekendgemaakt (Nehemia 8:3).

„Zij hadden de woorden verstáán.” In 2015 werd dat ook waar in het kerkgebouwtje van de Uka.

Opgewekte gezichten

Toen ik afgelopen zomer aanschoof tijdens een zondagse eredienst zag ik nog steeds opgewekte gezichten en proefde ik nog altijd blijdschap, zag ik aandacht voor de verkondiging van het Woord.

Jarenlang vertaalwerk ging eraan vooraf. Werk dat door een team vertalers uit de gemeente zelf is gedaan. Want zo werkt dat bij Wycliffe: niemand krijgt zo’n project vanbuiten opgelegd. Het zijn de kerken die met een verzoek komen, een voorstel indienen en aan de slag gaan – na een training door de mensen van Wycliffe en met hun hulp en financiering, maar niet meer dan dat.

Hoe is dat gegaan, denk je dan, in al die jaren dat er géén Bijbel in de eigen taal was? Tobben was het vaak, iedere zondag. In plaats van een heldere boodschap hoorden gemeenteleden de Bijbel voorlezen in onbegrijpelijk Myanmarees of Shan. Was de dominee meer vertaler dan verkondiger. En in plaats van een gelovig amen volgden op zijn woorden vaak vragen: „Wat bedoelt u? Ik snap het niet.” Hoe kan de prediking te midden van zo veel verwarring troosten, vermanen, geestelijk tot leven wekken?

En wat kwam er terecht van zoiets als zondagsschool? Wat van geloofsopvoeding in families als daar enkel een Bijbel was die vanwege de taal eerder verwarring bracht dan leidinggaf?

En wat hádden ze leiding nodig! De Uka wonen immers niet in een soort Myanmarese ‘Biblebelt’, relatief veilig voor de boze wereld. Geestelijk is dit bergvolk geworteld in heidense gebruiken en bijgeloof. Vanouds worden er geesten aangeroepen, offers aan demonen gebracht. Wie als Uka wordt geroepen de weg van God te gaan, ervaart juist dán de trekkracht van die donkere werkelijkheid en de behoefte aan een Bijbel die houvast biedt.

En dan zijn er nog drugsverslaving en opiumgebruik. Net als veel andere bergvolken in dit deel van Myanmar, wonen de Uka in de ”Gouden Driehoek”, berucht vanwege de opiumteelt en handel. Opium is er spotgoedkoop en ligt als het ware voor het oprapen. Houd als christelijke gemeente de kinderen daar maar eens bij weg. Ook dat kan enkel als ze geestelijk weerbaar zijn. Hoe dat mogelijk is zonder leesbare Bijbel?

Analfabetisme

De kerk kampt met nog een probleem: de meeste ouderen kunnen niet lezen en dat betekent dat een geschreven vertaling van het Nieuwe Testament buiten het bereik van deze groep blijft. „Daar hebben we jaren geleden wat op gevonden”, laat de dominee met een glimlach weten. „Uit het hoofd leren van Bijbelgedeelten.” Gemeenteleden ontwikkelen zich zo tot geoefende Bijbelvertellers die altijd het Woord van God paraat hebben.

Hoe mooi deze methode ook is, het vergoelijkt niet het analfabetisme. Vandaar dat tegelijk met het vertaalwerk altijd alfabetiseringscursussen van start gaan. Iedereen in het dorp mag meedoen. Het is een prachtige manier om als kerk naar buiten te treden en anderen in contact te brengen met de Bijbel. Nou ja, Bijbel? Een vertaling van het Oude Testament laat nog op zich wachten – daar wordt nu hard aan gewerkt. We missen de Psalmen, zegt de dominee. Omdat die leren wat dat is: schuilen is bij God.

Een eigen Bijbel voor de bergvolken

De jaarlijkse RD-lezersactie die zaterdag van start gaat, is gericht op christenen in Myanmar (ook wel Birma genoemd). Bijzonder is dat in het overwegend boeddhistische Myanmar het noordoostelijk deel van het land relatief veel christenen telt. Maar het is ook een lappendeken van talen.

Vanuit dit onherbergzame gebied komen christenen naar Wycliffe Bijbelvertalers met de vraag hen te helpen een Bijbel in de eigen taal te realiseren. Ook is er grote behoefte aan alfabetiseringswerk onder gemeenteleden.

Met onze actie steunen we Bijbelvertaalwerk door drie ”taalvolken”, de Uka (Oude Testament), Yenep en Mairu (Nieuw Testament). Verder willen we alfabetiseringswerk in en vanuit de kerken ondersteunen voor acht taalgroepen. Wat het betekent een eigen Bijbel (Nieuwe Testament) te hebben? Lees het verhaal over de Uka.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer