„Het persoonlijk leed van de slachtoffers kan niet worden verzacht door een strafeis”, zei de aanklager, verwijzend naar een groep van 24 slachtoffers die zich bij justitie had beklaagd over de praktijken van Van Steijn. Volgens de officier van justitie dient de voorwaardelijke straf om herhaling te voorkomen.

De ex-therapeut werd in 2012 door het Centraal Tuchtcollege wegens „verregaande onkunde” uit het BIG-register geschrapt en hij mag zijn functie nooit meer uitoefenen. Hem werd onder meer verweten dat het hem ontbrak aan kennis „van zelfs de meest elementaire begrippen van psychotherapie”.

De zaak tegen Van Steijn sleept sinds 2011. Toen werden klachten over hem door een groep van ex-cliënten en ex-werknemers gebundeld in een zwartboek. Zo zou hij één van zijn werknemers aan haar haren door het pand hebben gesleept. De ex-therapeut zou tegen patiënten hebben geschreeuwd en hen agressief hebben bejegend.

De man zou daarop hebben gereageerd door het publiceren van een „witboek”. In pamfletten die bij ggz-praktijk in Leerdam werden opgehangen, zou hij patiënten met naam en bijzonderheden hebben genoemd. Voor veel van de aanklachten is echter onvoldoende bewijs en het OM vroeg daarom vrijspraak. Smaad via publicaties op de website van Van Steijn, belaging van een voormalig financieel directeur en het bezit van een busje pepperspray zijn wel bewezen, vindt het OM.

De ex-therapeut is door de kwestie failliet gegaan, leeft van de bijstand en heeft gezondheidsklachten. Zijn advocaat trok fel van leer tegen het OM, dat na een eerdere nietige dagvaarding alsnog na lange tijd tot vervolging is overgegaan. Hij meent dat zijn cliënt al bij voorbaat is veroordeeld door de stroom aan publicaties.

De rechtbank in Dordrecht doet op 8 november uitspraak.