Dordts museum zet schijnwerper op Jongkind
Het Dordrechts Museum wijdt vanaf 29 oktober een expositie aan het werk van Johan Barthold Jongkind (1819-1891), een van de pioniers van het impressionisme. Er komen bruiklenen uit Amerika, Spanje, Engeland, Duitsland, Italië en Slowakije. Meerdere stukken waren nooit in Nederland te zien en sommige zelfs niet in het openbaar.
De in het Twentse Lattrop geboren Jongkind woonde het grootste deel van zijn leven in Frankrijk, waar hij contacten onderhield met collega’s als Monet, Sisley, Boudin, Daubigny en Pissarro. Ook werk van dergelijke kunstenaars wordt in Dordrecht nadrukkelijk over het voetlicht gebracht.
Er zijn in totaal 110 werken te bewonderen op Jongkind & Vrienden, vertelt conservator Gerrit Willems. Zeventig zijn van Jongkind zelf, veertig van de vooral Franse vakbroeders. „We hebben er acht van Monet en tien van Boudin. Met Jongkind zijn zij wel een beetje de Heilige Drie-eenheid van de tentoonstelling, met Jongkind als de Verlosser natuurlijk”, grapt Willems.
Jongkinds observaties van de natuur en zijn directe, losse manier van schilderen waren heel inspirerend en stimulerend voor de Franse kunstenaars. Onder anderen Camille Pissarro, Claude Monet en Eduard Manet prezen hun Nederlandse collega dan ook uitbundig.
Jongkind keerde met enige regelmaat naar zijn vaderland terug om er bij voorbeeld de havens van Rotterdam en Dordrecht en het Hollandse polderlandschap te schilderen. Toch bleef de in Frankrijk erg geliefde kunstenaar in eigen land lang wat onderbelicht. „Hij is ook wel een schilder voor schilders”, erkent Willems.
Het museum in Dordrecht focust op drie thema’s: Jongkinds beginjaren in Den Haag, zijn jaren aan de Normandische kust en de periode dat hij in Parijs zat. „We hebben prachtige stukken uit zijn Parijse tijd. Hij was een rare snuiter, in die zin dat hij schilderde wat hij zag, bijvoorbeeld ook de nieuwbouw van toen.” En het Dordrechts Museum zou het Dordrechts Museum niet zijn als het niet ook Jongkinds schilderijen van deze stad en omgeving liet zien.
Het is alweer veertien jaar geleden dat het Gemeentemuseum in Den Haag een grote expositie wijdde aan Jongkind. De nieuwe expositie in Dordrecht „met leuke verbanden en kleine verhalen” gaat duren tot eind mei. De artistieke uitwisseling tussen Frankrijk en Nederland in de negentiende eeuw wordt deze winter ook in twee andere musea belicht: in het Van Gogh Museum in Amsterdam (het reeds geopende Nederlanders in Parijs) en (vanaf 27 oktober) bij De Mesdag Collectie in Den Haag (Nederlanders in Barbizon).