Door individualisering, kleinere gezinnen en instroom van vluchtelingen is de behoefte aan huizen gestegen. Ook de vergrijzing speelt een belangrijke rol: steeds meer ouderen kunnen, onder meer door zorg aan huis, langer zelfstandig in hun huis blijven. Zuid-Holland wil daarom dat er jaarlijks zesduizend seniorenwoningen bij komen.

De woningproductie, die nu op 16.000 stuks per jaar ligt, moet tot 2010 elk jaar met 2.000 stijgen. Ongeveer een kwart van de te bouwen huizen moet sociale woningbouw worden. Een ander deel is juist bestemd voor mensen met midden- en hogere inkomens, zodat die kunnen doorstromen. Meer dan de helft van de huidige sociale woonvoorraad van Zuid-Holland wordt bewoond door mensen die daarvoor eigenlijk te veel verdienen.

De helft van de 212.000 nieuwe woningen komt in de bebouwde kom, de rest daarbuiten. Van de totale hoeveelheid, komen 55.000 huizen op de plaats van panden die gesloopt moeten worden.

De provincie bouwt zelf geen huizen, maar kan invloed uitoefenen door streekplannen te maken. Gemeenten, woningbouwcorporaties en marktpartijen moeten zich daar dan aan houden. Het provinciebestuur bepaalt in de streekplannen hoeveel en welke soorten woningen er moeten komen.