„Hulpverlening moet islam bestuderen”
De hulp- en dienstverlening in Nederland moet zich veel meer verdiepen in de islam en zijn culturele waarden. Zo moet er ook veel meer contact zijn met de islamitische instanties en vertrouwenspersonen, om zo problemen met moslims beter het hoofd te kunnen bieden.
Dat zegt Rekha Ramsaran, beleidsmedewerker bij Forum, een instituut voor multiculturele ontwikkeling in Utrecht. Het instituut houdt donderdag een studiedag over hulp- en dienstverlening aan moslims. Door een grote religieuze en culturele diversiteit in Nederland krijgen beroepskrachten uit de hulp- en dienstverlening soms te maken met zaken als uithuwelijking, eerwraak en identiteitsvragen.
„Wij horen veel te vaak dat de reguliere hulpverlening bij problemen de familie van de betrokkene uitsluit. Hulp- en dienstverleners moeten desnoods via vertrouwenspersonen de familie er wel bij betrekken. Dat is erg belangrijk”, zegt Ramsaran. „Het probleem bij de hulpverleners ontstaat omdat een allochtoon in de beeldvorming vaak alleen wordt gezien als een moslim, terwijl dat voor de betrokkene wellicht niet essentieel is.”
Een moslimcliënt wordt door hulpverleners vaak als ingewikkeld ervaren, omdat het beeld van de koran bepalend zou zijn. „Hulpverleners hebben dan direct de neiging te denken in verbodsregels van de koran. Het referentiekader moet eerst goed in beeld worden gebracht. Dan kan iemand pas goed geholpen worden”, zegt Ramsaran, die constateert dat bij de hulp- en dienstverlening wel meer dan vroeger contact wordt gelegd met bijvoorbeeld imams.
Deze contacten zijn volgens Ramsaran erg belangrijk. „Zij hebben de kennis en dus ook de tactiek om mannen te vloeren die beweren dat je je vrouw mag slaan volgens de koran.” Toch moeten hulpverleners zichzelf ook verrijken met culturele achtergronden van moslims, zoals de meeste hulpverleners die kennis ook hebben van de christelijke cultuur. „Heb anders het lef om te vragen naar zaken die je niet weet.”