Toch nog vergoeding na gejat pincodelijstje
ING moet alsnog over de brug komen in een zaak over een geplunderde rekening na een woninginbraak. De bank moet nu van de geschillencommissie van klachteninstituut Kifid driekwart van de geleden schade vergoeden, oftewel ruim 2900 euro.
Inbrekers hadden bij een klant van ING in huis papiertjes gevonden met daarop zijn pincodes. Ook vonden ze wat pasjes, waarmee ze vervolgens 3880 euro opnamen. Het slachtoffer deed aangifte bij de politie en claimde bij ING het volledige bedrag.
De bank wilde aanvankelijk niet vergoeden omdat de klant „grof nalatig” zou zijn geweest. Echter, volgens de bindende Kifid-uitspraak had hij toch een aantal veiligheidsmaatregelen getroffen. Zo voldeed de voordeur aan eisen voor een politiekeurmerk, werden de bankpassen en de pincodes gescheiden van elkaar opgeborgen en hield de buurvrouw een oogje in het zeil.
De klant had zijn codes opgeschreven als fictieve telefoonnummers, maar daar was de geschillencommissie niet van onder de indruk. De pincodes waren immers niet versluierd in „een voor anderen onherkenbare vorm”. Het lag volgens de commissie daarom voor de hand dat de inbrekers de nummers als codes herkenden.
Kifid geeft ook suggesties voor wat de ING-klant had kunnen doen om de codes beter te camoufleren. „Denk bijvoorbeeld aan een adressenboekje met tal van adressen en telefoonnummers, waaronder één fictief adres en telefoonnummer.”
Ook van belang is dat de consument de passen en codes in kluisjes had verstopt. Volgens de uitspraak ging het alleen niet om degelijke, in de muur verankerde kluizen. De opbergplekken waren voor de inbrekers dan ook gemakkelijk mee te nemen.