‘Opnemende’ marinier herkent geluid ook niet
De marinier die de apparatuur bij zich droeg waarmee het geluid werd opgenomen van de actie in 1977 om de Molukse treinkaping te beëindigen, kan zelf niet plaatsen wat op „zijn” geluidsband is te horen. Voor de rechtbank in Den Haag zei hij de stemmen en de uitspraken op de band niet te herkennen. Ook de andere mariniers die al zijn gehoord, konden de gebeurtenissen niet duiden.
Marinier 5A is vrijdag de zesde getuige in het proces dat nabestaanden van twee omgekomen kapers hebben aangespannen tegen de Staat. Zij veronderstellen dat de twee zijn doodgeschoten terwijl ze al gewond op de grond lagen. Letsel wijst daarop, maken ze op uit de autopsierapporten.
Op een van de drie geluidsbanden is het woord ‘genadeschot’ te horen. 5A hoorde dat woord voor het eerst op een bijeenkomst op het ministerie van Defensie dit voorjaar, nadat de rechtbank nader onderzoek had gelast. 5A was daar samen met de andere commandanten uitgenodigd namens de secretaris-generaal. Hij sloeg niet aan op dat woord, zei hij vrijdag. Iemand zei tijdens de bijeenkomst dat dit mogelijk op een koe betrekking had, die zou zijn aangeschoten door een scherpschutter. Wie dat toen zei, wist 5A niet meer.
Marinier 5A was plaatsvervangend eenheidscommandant en zei dat hij van aanvalsgroep vijf als laatste de trein in ging. Zijn taak was om de passagiers rustig houden, die aan de rechterkant zaten. Zijn collega’s gingen linksaf, waar de twee kleine coupés waren waar de kapers zich zouden ophouden.
5A zegt dat hij pas na de actie naar de gang links is gegaan, naar de kop van de trein. Op de band is ook het sein te horen waarna de wapens op veilig worden gezet. Daarna klinken nog schoten en 5A heeft daar in de buurt gestaan, anders zouden deze geluiden niet op de band staan. Het was een klein opname-apparaatje, niet meer dan een dictafoon, zei 5A zelf.