Binnenland

OM gaat oordelen over „stiekeme” euthanasie

Justitie begint een onderzoek naar een verpleeghuisarts vanwege een mogelijk strafbare euthanasie, zo werd donderdag bekend. Vijf vragen.

29 September 2017 12:01Gewijzigd op 16 November 2020 11:35
beeld ANP, Roos Koole
beeld ANP, Roos Koole

Het OM dat in actie komt rond euthanasie; dat is lang geleden.

Klopt, sinds het van kracht worden van de euthanasiewet in 2002 is dat niet meer gebeurd. Euthanasiemeldingen van artsen worden sinds die tijd beoordeeld door speciale toetsingscommissies. Uit hun jaarverslagen blijkt dat zij zich sinds 2002 hebben gebogen over 49.277 euthanasiedossiers. Daarbij kwamen zij 82 keer tot de slotsom dat een arts zich onvoldoende had gehouden aan de wettelijke zorgvuldigheidseisen. Deze dossiers zijn wel allemaal doorgestuurd naar het OM, maar justitie liet het tot op heden steeds bij een waarschuwing of gesprek; gevolgd door een (voorwaardelijk) sepot.

Deze arts is voorlopig verdachte. Zij moet dus behoorlijk over de schreef zijn gegaan.

Dat mogen we vermoeden, met als aanvulling dat het ene zorgvuldigheidscriterium voor justitie wel veel zwaarder telt dan het andere. Om een voorbeeld te geven: hoe ernstig een ziekte is, is in Nederland eigenlijk geen doorslaggevend criterium meer. Euthanasie bij een opeenstapeling van niet-terminale ouderdomskwalen is gaandeweg volop mogelijk geworden, en daartegen ondernemen de commissies en justitie niets. Wat altijd iets zwaarder is blijven wegen, is dat er sprake moet zijn van een vrijwillig en weloverwogen verzoek. Anders gezegd, de arts moet de commissies ervan kunnen overtuigen dat hij handelde overeenkomstig de vaste wens van de patiënt.

En in deze zaak is onduidelijk of dat zo is?

Exact. De arts in kwestie verrichtte euthanasie bij een wilsonbekwame vrouw die nooit mondeling om euthanasie had verzocht. De wilsverklaring waarop zij zich baseerde was onduidelijk. Bovendien antwoordde de vrouw op de vraag of zij wilde overlijden meerdere keren: „Nu nog niet hoor, het is nog niet zo erg.” Om haar rustig te krijgen, kreeg zij vóór de dodelijke injectie slaapmiddelen toegediend. Desondanks maakte ze tijdens de uitvoering een afwerende beweging. Alles bij elkaar kwam de toetsingscommissie tot de slotsom dat de arts in meerdere opzichten onzorgvuldig is geweest.

Laait het euthanasiedebat weer op na deze stap van het OM?

Reken maar. Het parlement dacht in 2000/2001 een heldere regeling te hebben opgetuigd: euthanasie toepassen bij mensen met een sterk verminderde wilsbekwaamheid op basis van een schriftelijke wilsverklaring is toegestaan, mits aan alle overige zorgvuldigheidscriteria is voldaan. Goedbeschouwd is dat natuurlijk een dubieuze constructie, want tot die voorwaarden behoort ook dat de patiënt moet worden voorgelicht over zijn gezondheidstoestand, en over de behandelalternatieven. Daaraan is wel heel lastig te voldoen. Om die reden is er van meet af aan twijfel geweest of het juridische bouwwerk van het parlement ooit stand zou houden bij de rechter.

Toen de achtergronden van deze zaak bekend werden, plaatste een groep artsen in een aantal dagbladen een advertentie. Daarin riepen ze hun beroepsgenoten op nooit „stiekem” –dat wil zeggen: zonder dat de patiënt het beseft– over te gaan tot euthanasie; los van de reikwijdte en interpretatie van de euthanasiewet. Het ziet er nu naar uit dat de reikwijdte van die wet alsnog juridisch beoordeeld gaat worden, en zoals gezegd: dat is de afgelopen vijftien jaar niet gebeurd.

Wat als de rechter concludeert dat de wet te vaag is?

Allereerst staat nog te bezien of het OM daadwerkelijk overgaat tot vervolging. Gebeurt dat en uit de rechter zich kritisch over de wet, dan is de kans groot dat dit leidt tot een verdere polarisatie van het euthanasiedebat. In de achterban van vrijwel alle seculiere partijen huizen kiezers die euthanasie, ook euthanasie bij dementie, beschouwen als een op te eisen recht. Zij koesteren het (veronderstelde) vooruitzicht dat zij tijdig kunnen vastleggen wanneer en hoe zij zullen sterven. Elke als beperkend ervaren rechterlijke uitspraak zal voor hen een aansporing zijn om zich sterk te maken voor verduidelijkingen of verruimingen. In het slechtste geval kan zo’n debat al de komende kabinetsperiode losbarsten, ook tussen VVD, CDA, D66 en CU.

Justitie vermoedt strafbaar handelen arts

DEN HAAG (RD). Een verpleeghuisarts heeft vorig jaar bij het verrichten van euthanasie bij een 74-jarige, diep dementerende vrouw mogelijk dermate strafbaar gehandeld dat justitie een strafrechtelijk onderzoek begint. Het College van procureurs-generaal, de leiding van het openbaar ministerie, heeft daar donderdag toe besloten. Pas na de afronding van het onderzoek door de hoofdofficier van het arrondissementsparket in Den Haag besluit het college of de arts verder wordt vervolgd.

Onder anderen de echtgenoot van de vrouw drong aan op euthanasie. Zelf had zij twee keer een euthanasieverklaring opgesteld, voor het laatst ruim een jaar voor haar overlijden. Volgens de toetsingscommissie, die over de kwestie oordeelde, was deze verklaring echter te onduidelijk om nog te kunnen fungeren als een weloverwogen verzoek.

Artsenorganisatie KNMG liet donderdag weten het onderzoek af te wachten. Tegelijkertijd maakte zij in een verklaring duidelijk dat de toegenomen weerstand van artsen tegen de door de wetgever geschapen mogelijkheid van euthanasie bij gevorderde dementie voor haar al langere tijd een punt van aandacht is.

Recent onderzoek liet zien dat zo’n 80 procent van de bevolking vindt dat ook diepdementerenden euthanasie moeten kunnen krijgen. Slechts 20 procent van de verpleeghuisartsen geeft aan dat als een denkbare optie te zien.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer