Wrakingsverzoek in IRT-zaak afgewezen
IRT-informant Kris J. ving woensdag bot bij de wrakingskamer van het gerechtshof in Amsterdam. De kamer wees het wrakingsverzoek van de Haarlemmer af.
De advocaat van J., strafpleiter C. Korvinus, wraakte twee weken geleden het hof. Hij verweet de raadsheren partijdig te zijn. Korvinus diende het wrakingsverzoek in nadat het hof zijn eis had afgewezen om het openbaar ministerie al bij voorbaat niet-ontvankelijk te verklaren. Dit omdat justitie naar buiten had gebracht dat J. informant van de politie is geweest.
Volgens de wrakingskamer is het feit dat het hof een voor J. ongunstige beslissing heeft genomen echter onvoldoende om de raadsheren van partijdigheid te beschuldigen.
Eerder al wees de speciale kamer van het hof de wrakingsverzoeken van de medeverdachten van J. af. Zij wraakten het hof omdat dat hun weigerde verklaringen te geven die in de zaak van J. achter gesloten deuren waren afgelegd.
J. staat in hoger beroep terecht wegens het leiden van een criminele organisatie en betrokkenheid bij de smokkel van een partij van 1200 kilo cocaïne. De rechtbank in Haarlem veroordeelde hem hiervoor vorig jaar tot twaalf jaar cel.
De Haarlemmer werd vrijgesproken van de beschuldiging dat hij begin jaren negentig als informant van de politie dubbelspel speelde. Justitie verdacht hem er aanvankelijk van dat hij onder deze dekmantel duizenden kilo’s cocaïne het land had ingesmokkeld.
Het landelijk rechercheteam kon echter niet bewijzen dat J. informant was van het opgeheven interregionaal rechercheteam Noord-Holland/Utrecht, omdat alle betrokkenen bij politie en justitie hierover hun lippen stijf op elkaar hielden.
Pas tijdens het hoger beroep heeft J. zelf achter gesloten deuren een boekje opengedaan over zijn activiteiten als informant.