Oud-Kamerlid VVD schetst vooral het taaie bestaan van backbenchers
Politiek een mooi vak? Totaal niet, wist D66-minister van Bestuurlijke Vernieuwing Pechtold in 2006. In een interview in Opzij dat in januari van dat jaar verscheen, liet hij optekenen dat de ministers van het kabinet-Balkenende II „vreselijker” met elkaar omgingen dan wie ook. „Het is allemaal veel vuiler en vunziger dan mensen denken”, meldde de bewindsman in het vrouwenblad.
Wie echter nog even terughaalt op welke getruukte manier Pechtold in mei probeerde de deelname van de CU aan de formatiebesprekingen te blokkeren, kan eigenlijk maar tot één conclusie komen. Deze man weet inmiddels zelf als de beste op welke momenten het politieke spel in zijn ogen hoognodig eventjes „vuil en vunzig” moet worden gespeeld. Conclusie: hoe langer iemand rondloopt op het Binnenhof, in een diversiteit aan rollen in coalitie én oppositie, hoe genuanceerder zijn oordeel over de politiek zal zijn.
De vraag of politiek bedrijven binnen de VVD mooi is, beantwoordt oud-VVD Kamerlid Ybeltje Berckmoes-Duindam in haar maandag verschenen boek met een hartgrondig nee. Berckmoes leidde een weinig benijdenswaardige bestaan als backbencher in een grote coalitiefractie. De dragende krachten in zo’n fractie zijn vaak al betrokken geweest bij het coalitieakkoord. Als de belangrijkste wetten die uit dat akkoord voortvloeien in de Kamer worden behandeld, mogen zij die als dank voor hun voorbereidende werk publiekelijk nog een beetje naar hun hand zetten. Zo vergaat het de lager op de kandidatenlijst geplaatste Kamerleden niet. Het in de luwte opererende Kamerlid Berckmoes had prima ideeën over het verbeteren van de hulpverlening aan dak- en thuislozen, zodat zij sneller konden uitstromen uit de opvangcentra, maar kreeg na het indienen van wat moties en het stellen van wat vragen steeds nul op het rekest. Het onderwerp had weinig prioriteit.
Toont Berckmoes in haar boek aan dat bij de VVD alles om de beeldvorming draait, zoals zij suggereert? Bij die conclusie zijn zeker nuanceringen te plaatsen. Zo’n hard oordeel klinkt wel erg stellig uit de mond van iemand die nog geen zes jaar in de landspolitiek heeft meegedraaid. En trouwens, met alleen een zo gunstige beeldvorming redden ook VVD-politici het niet. Zie de hardhandige wijze waarop de Kamer afrekende met de VVD- bewindslieden Opstelten, Teeven en Van der Steur.
Dat Berckmoes als backbencher de wind tegen had, staat vast. Juist op zulke momenten moet echter blijken hoeveel passie voor de publieke zaak een volksvertegenwoordiger heeft. SP’ers die hun zin niet krijgen, organiseren massabetogingen of slepen burgers die in hun ogen slachtoffer zijn van het overheidsbeleid de Kamer in om hen het woord te laten doen tijdens een hoorzitting. Andere Kamerleden gaan initiatiefwetten maken, soms met fracties waarmee dat niet voor de hand ligt, en weer anderen organiseren een crowdfunding ter ondersteuning van een campagne tegen overspelsites. Rond Berckmoes bleef het echter bijna zes jaar stil. Dat haar besluit om de landspolitiek in te gaan een ongelukkige was, is daarom minstens zo waar als haar conclusie dat beeldvorming bij de VVD belangrijk is.