Aandacht voor Antillen en armen in troonrede
Nederland moet zich bekommeren om de door orkaangeweld getroffen Bovenwindse Eilanden en de achterblijvers van de economische groei. Dat heeft koning Willem-Alexander gezegd in de troonrede, de traditionele opening van een nieuw parlementair jaar. De rede was korter en ‘leger’ dan anders, omdat het kabinet in zijn nadagen geen grote plannen meer kan maken.
Willem-Alexander stond meteen in zijn eerste zinnen stil bij de verwoestingen die orkaan Irma op Sint-Maarten, Saba en Sint-Eustatius heeft aangericht. Hij verzekerde dat de eilanden er niet alleen voorstaan en op Nederland kunnen rekenen. Ook wijdde hij enkele zinnen aan de bestrijding van de misdaad en armoede op de Antillen. De eilanden komen doorgaans in de troonrede maar summier aan bod.
Er is ook veel om tevreden over te zijn, aldus de koning. Hij wees erop dat de economie bloeit, de schatkist gezond is en het kabinet ervoor heeft gezorgd dat geen enkele groep er komend jaar op achteruit gaat. Toch zijn er nog mensen die moeilijk rondkomen. Het is volgens Willem-Alexander belangrijk dat ook zij profiteren van de economische voorspoed.
Veel burgers liggen misschien niet langer wakker van hun huishoudboekje, maar er is volgens de koning nog genoeg dat zorgen baart. Hij wees op de dreiging van terrorisme, de aanslagen in landen om ons heen en de soms nare gevolgen van globalisering en migratie. Het beste verweer tegen terreur is vasthouden aan de vrije, open samenleving „met de gedeelde waarden van de rechtsstaat”, zei Willem-Alexander.
De regering betreurt het vertrek van de „natuurlijke bondgenoot” het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie. De koning noemde de brexit „een teleurstellende stap, waar we zorgvuldig mee om moeten gaan”.
De koning prees de politieke partijen die zich de afgelopen jaren bereid toonden om samen te werken. Aan hen zou het mede te danken zijn dat Nederland er nu sterker voor staat.