Prof. Van Vlastuin roept op tot gereformeerd katholiek leven en denken
Als we ons belijden niet meer leven en beleven, is het gevaar van gestolde waarheden niet denkbeeldig. Het wordt dan benauwd in de kerk en wie naar adem snakt, zet de ramen open. Toch kan dat ook weer nare gevolgen hebben, zeker als je allergisch bent.
Voor de reformatoren was belijden echter een vorm van zingen, een doxologie. Vanuit die gedeelde overtuiging verscheen een bundel opstellen onder redactie van dr. A. J. Kunz en drs. P. J. Vergunst met de titel ”Reformatie.nu”. De leidende vraag daarin is: Welke betekenis hebben de geloofskernen van de Reformatie voor het christenleven in deze tijd?
Aan de hand van het Apostolicum maken de schrijvers duidelijk waar het in de Reformatie destijds om ging en waar het voor ons nu op aankomt. De opstellen worden afgewisseld met korte historische schetsen over bekende, maar ook minder bekende reformatoren. Uiteraard zijn deze schetsen fragmentarisch, maar ze zijn wel instructief omdat één speciaal punt de aandacht krijgt.
Veelzijdig
Waarom zou ik mensen aanraden deze bundel te lezen? Drie redenen. In de eerste plaats vanwege de vele mooie zinnen die stimuleren tot verder nadenken. Een kleine bloemlezing. Als het gaat over God, de Vader en Schepper: „De belijdenis van Gods scheppende hand is een geloofsbelijdenis uit een kindermond.” Over Jezus, onze Heere (en met name dit laatste aspect): „Een christen dient te verstaan dat niet allereerst de wereld veroverd moet worden, maar het eigen hart.” En over Jezus’ lijden: „De focus op het lijden van Christus als offer voor de zonde betekent tegelijkertijd dat de wandel achter Hem aan een lichte tred krijgt.”
In het kader van de zinsnede ”om te oordelen de levenden en de doden”, volgt na enkele kernachtige passages hierover uit Calvijns Institutie: „Dit is het eerste wat Calvijn doet met de angst voor het oordeel (…) hij spoort hen aan zich in gedachten voor Gods oordeel te plaatsen. Dan is het meteen uit met het idee dat men zich misschien nog op een of andere manier voor Hem zou kunnen verantwoorden en kan men rechtstreeks de toevlucht nemen tot Gods barmhartigheid.” Een heleboel getob heeft te maken met zelfhandhaving.
Historische achtergrond
In de tweede plaats is de bundel lezenswaardig omdat de accenten die vanuit het gereformeerde belijden bij het Apostolicum ter sprake worden gebracht klinken tegen de historische achtergrond van wat beleden wordt. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de reformatorische tweeslag Woord en Geest in relatie tot de belijdenis ”Ik geloof in de Heilige Geest”. Het ene front was de Rooms-Katholieke Kerk, het andere werd gevormd door de doperse spiritualisten.
Het belijden ten aanzien van de Kerk (art. 27-32 NGB) heeft niet zozeer Rome als tegenpool, maar veelmeer de doperse bewegingen.
De derde reden om deze bundel voor uzelf in twee weken te lezen of dit seizoen eens te bespreken in een kring is dat het belijden in relatie wordt gebracht met de tijd waarin we leven. Nogmaals, het is allemaal wat kort, maar wel vaak raak. Zo wordt bij de ”wederopstanding van het lichaam” de huidige lichaamscultus aan de orde gesteld, in relatie tot het negatieve spreken van Calvijn over ons lichaam. Relativisme en individualisme trekken hun sporen in onze harten en tasten ook wat we belijden aan. Scherp wordt ons individualisme aan de orde gesteld bij het opstel over de katholieke kerk.
Diepgravend
Geen kritiek? Natuurlijk is er altijd wel wat. Slordigheden zijn vaak meer een zaak van de uitgever, maar die zijn er wel. De titel ”God wordt een baby” lijkt me aanvechtbaar. Via een preek van Luther worden er prachtige dingen gezegd, maar door één stap verder te gaan, wordt net de verkeerde bocht omgeslagen. „God laat Zich vinden in een baby, in een stal, in de mensgeworden Christus”, staat in de tekst. Dát is wat anders dan ”God wordt een baby”. Want met de genoemde passage is erkend dat Hij blééf wie Hij was, God, en werd wat Hij niet was, mens. Luther: „Wie deze Baby in handen houdt, houdt de almachtige God in handen.” Ook daarmee is niet gezegd: ”God wordt een baby”.
Een opwekking om als gereformeerden meer katholiek te gaan leven en belijden, klinkt ook helder en luid in een studie van heel andere aard. ”Katholiek vandaag” is meer een diepteboring. Dat is het geval gelet op wat er vanuit de geschiedenis over de betekenis van het woord ”katholiek” wordt voorgeschoteld. Maar het is zeker van toepassing op wat in het tweede deel van deze studie wordt opgediend: een theologie van de katholiciteit.
Dat ik ondertussen spreek in beelden van een maaltijd verraadt mijn visie op ”Katholiek vandaag. Een gereformeerd gesprek over katholiciteit” waarop dr. W. van Vlastuin, hoogleraar theologie en spiritualiteit van het gereformeerd protestantisme aan de VU, ons trakteert.
Wat het historische deel betreft, wordt de lezer allereerst meegenomen naar het spreken over katholiciteit in de Vroege Kerk. Katholiek was in die tijd allereerst een kwalitatief begrip: het ging om de volle waarheid en de rijkdom van de christelijke leer. In de loop van de eeuwen kwam er meer oog voor het kwantitatieve aspect, de universaliteit van het ene christelijke geloof van de kerk die over de hele aarde verspreid is.
Daarmee hebben we twee aspecten te pakken die van wezenlijk belang zijn voor de kerk van vandaag. Hoe katholiek zijn besluiten van kerkelijke vergaderingen van een bepaalde denominatie te noemen? Die vraag heeft betrekking op het ”volle Evangelie” en de ”hele Christus”, én op de overeenstemming die er al of niet is met allen die de Naam van Christus aanroepen.
Gereformeerde traditie
Hierna geeft het historische deel een rondleiding in de gereformeerde traditie: van Calvijn via een confessioneel intermezzo naar James Ussher en John Owen (17e eeuw), en vervolgens naar Herman Bavinck en Gerrit Cornelis Berkouwer. Bavinck denkt vanuit de kosmische Christus, terwijl Berkouwer veel meer de klassieke lijn naspreekt vanuit de eenheid van de Kerk met Christus. De Kerk kan alleen maar bestaan in deze geestelijke eenheid met Christus, een denominatie kunnen we zelf wel organiseren…
De historische overzichten monden uit in een overzichtelijke ”Balans”. Prof. Van Vlastuin benoemt vijf fundamentele aspecten die samen een verstaanskader vormen voor wat we belijden inzake de katholiciteit van de kerk. Het gaat om de kerk als ”Lichaam van Christus” (1), verbonden met en als ”de éne Christus” (2). Zo krijgt het ”geheel en de enkeling” (3) zijn plaats, is er voortgang en verdieping in blijvende verbondenheid onder ”Geest, doop en orthodoxie”(4) en blijkt het ”heilig vreemdelingschap” waarin de kerk het beeld van haar Meester vertoont kenmerkend te zijn (5).
Deze vijf aspecten worden in het tweede deel van de studie systematisch-theologisch besproken. Het doornemen van dit gedeelte is heilzaam met het oog op de afbraak van het al te menselijke en zondige in ons denken en spreken over de kerk. Groeien in katholiciteit zal gepaard gaan met sterven aan onszelf. Het maakt katholiciteit tot iets kostbaars en aantrekkelijks vanwege de volheid van Christus. Dat Christus zó in de Kerk woont, mag ons leren stamelen van verwondering. Ieder automatisme is hier uit den boze. Hoe kunnen we de volheid van Christus ontkrachten!
De levende Christus
Ten diepste gaat het bij katholiciteit om een voortdurend leven en denken vanuit de levende Christus. „Het christelijk geloof is dus geen bouwpakket van losse onderdelen, maar leeft vanuit de werkelijkheid van de ene Christus”, aldus prof. Van Vlastuin.
Dit laatste besef heeft alles te maken met onze erediensten. „Alleen een herwaardering van de eredienst als oefening in de gemeenschap met Christus brengt ons bij de juiste waardering van de kerk”, stelt prof. Van Vlastuin
Nuttig en nodig zijn de gedeelten waarin ter sprake komt hoe dodelijk de invloed van het modernisme op de Kerk is. Het Woord werd tot ”dood” object, en de mens tot subject. Daarmee kwam de toe-eigening van het heil los te staan van de verwerving van het heil. Het sprekende Subject, de drie-enige God, werd vervangen door het gelovige subject, de gelovige.
Geen wonder dat –weliswaar ook vanuit een heel andere invalshoek– dit geleid heeft tot een aantasting van het Schriftprincipe. Dan krijg je uitdrukkingen als: „Het staat er wel, maar Gods volk beleeft het anders.” Is dit nu zo veel minder Schriftkritisch dan de manier waarop er in de moderne hermeneutiek plaats wordt gegeven aan de cultuur en de relativering van de waarheid? En óf we lezen in de gemeenschap van de kerk, staande in een bepaalde traditie! ”Samen met al de heiligen” betekent echter niet ”samen met allen die het met mij eens zijn”. Katholiciteit staat haaks op groepsdenken.
Scherpe analyse
Prof. Van Vlastuin heeft de gave om scherp te analyseren en vanuit deze analyse lijnen te trekken naar vandaag. Dit boek beantwoordt aan zijn doel wanneer het in de titel genoemde ”gesprek” ontstaat, de zaken-onder-ons gewoon op tafel komen in een openhartig spreken met elkaar in verbondenheid met de kerk van alle eeuwen en van alle plaatsen. De eer van God is ermee gemoeid en het heil van zondaren.
Bij dit laatste denk ik dan toch vooral aan de generaties van eind vorige en begin deze eeuw. Zij hebben een eerlijk boek als dit nodig om niet te verdrinken in de oceaan van individualiteit, maar plaats te nemen in het schip van de Kerk. Laten kerkenraden dit boek eens bespreken op een thematische kerkenraadsvergadering. Dat voorkomt dat we de kerk runnen als ”ons bedrijf”, maar dat toch durven doen onder de vlag van ”Gods zaak”.
Reformatie.nu. Belijden in een seculiere tijd, A. J. Kunz en P. J. Vergunst (red.); uitg. Boekencentrum, Zoetermeer, 2017; ISBN 978 90 239 7136 8; 176 blz.; € 13,99; Katholiek vandaag. Een gereformeerd gesprek over katholiciteit, W. van Vlastuin; uitg. Labarum Academic, Apeldoorn, 2017; ISBN 978 94 0290 2594; 339 blz.; € 17,95.