De branding kolkt en bruist. De zuidwesterstorm blaast zware tot zeer zware windstoten over het strand van Scheveningen. Een enkele badgast die zich buiten waagt, wordt zo ongeveer gezandstraald door opstuivend zand.

Een strandpaviljoen valt al vroeg ten prooi aan de wind. Twee shovels, zes brandweermannen en drie medewerkers proberen met man en macht te voorkomen dat de witte, tijdelijke strandtent de lucht in vliegt. Er zit niets anders op dan het tentzeil kapot te snijden.

„Heel vervelend”, reageert eigenaar André Triep van de strandtent Wij. „We hadden niet verwacht dat de wind zo krachtig zou worden.” De schade kan hij nog niet inschatten. „Maar het paviljoen blijft open”, verzekert een collega.

Hoge golven slaan stuk tegen de twee rood-wit en rood-groen gestreepte lichten op de havenhoofden. Strandjutter Kees (67) ziet –gewapend met sigaar en metaaldetector– zijn kans schoon. „Storm is ideaal. De wind blaast de bovenste laag van het zand weg.” De buit valt na een halfuur nog wat tegen. „Twee stuivers.”

De wind wakkert aan. Watersporters genieten. Kitesurfers springen hoog op uit de bruisende branding. „Het is kicken”, zegt kitesurfer Yusca Balogh (29) uit Scheveningen. „Even kitesurfen voordat ik aan het werk ga.” Hij stapt op zijn kiteboard. „De schelpen vliegen je hier om de oren.”

De sport is niet ongevaarlijk, erkent hij. „We zoeken het rauwe randje op, het extreme.” De watersporters nemen bij deze extreme weersomstandigheden extra veiligheidsmaatregelen. „We hebben een mannetje extra op wacht staan.” In geval van nood kan hij z’n surfzeil loskoppelen.

Het water in de haven schuimt gevaarlijk. „Net een golfslagbad”, wijst schipper Bas van de Alida, een 3247 ton metende hektrawler van rederij Van der Zwan. „Het waait erg hard”, zegt hij, terwijl hij een stapel lege pallets aan boord van het 100 meter lange schip laadt. „Maar ik lig er niet wakker van.”

Aan de overkant ligt de GO-37, een 41 meter lang visserschip –500 ton– uit Goedereede, thuishaven Stellendam. De Eben-Haëzer was 30 kilometer uit de kust aan het vissen op tong en schol. Schipper Jan Tanis (54) is „voor de veiligheid” uitgeweken naar Scheveningen. „De golven zijn 4 meter hoog. Dat is niet gezel- lig meer. We schuilen daarom even in Scheveningen. Met deze wind staat het vistuig te klapperen. We zijn zuinig op onze spullen. Jammer als het kapotgaat.”

De windkracht boezemt ontzag in, zegt Tanis, terwijl hij het vistuig controleert. „Storm kun je niet sturen, God stuurt de storm. Een schipper kan een hoop verzinnen, maar de zegen komt van Boven. Storm moet je daarom niet in de wind slaan, maar je moet er acht op slaan, er ontzag voor hebben.”