Veel minder zwerfafval met statiegeld blikjes
Het aandeel kleine flesjes en blikjes in het zwerfafval zou enorm afnemen als op deze producten statiegeld komt. Dat blijkt uit onderzoek in opdracht van demissionair staatssecretaris Sharon Dijksma (Infrastructuur en Milieu).
Afhankelijk van onder meer de wijze van inzamelen en de hoogte van het statiegeld zou er tussen de 70 en 90 procent minder kleine flesjes en blikjes in het zwerfafval komen, aldus een onderzoek van advies- en onderzoeksbureau CE Delft. Verder zouden er tussen de 0,5 en 6 miljoen plastic flesjes per jaar minder in zee terechtkomen.
Jaarlijks komen er tussen de 50 en 100 miljoen kunststof flesjes en 100 tot 160 miljoen blikjes in het zwerfafval. De invoering van statiegeld op deze producten zou tussen de 10 en 110 miljoen euro kosten.
De grootste kostenpost (60 tot 95 procent) ligt bij de supermarkten. Daar zullen extra statiegeldmachines moeten worden geplaatst. Op dit moment worden er jaarlijks ongeveer 1 miljard flessen met statiegeld apart ingeleverd. Met statiegeld op kleine flesjes en blikjes zouden er dan tussen de 2,7 en 2,9 miljard verpakkingen bij komen.
Maar er zijn ook voordelen. Zo zullen gemeenten minder kwijt zijn aan het opruimen van zwerfafval. Dat kan oplopen tot maximaal 80 miljoen per jaar, schatten de onderzoekers. Verder wordt geld bespaard bij de inzameling van afval omdat de kleine flesjes en blikjes niet meer hoeven te worden verwerkt via het restafval of gescheiden inzameling. Dit zou 6 tot 8 miljoen euro per jaar aan kosten kunnen besparen.
Op dit moment loopt er een proef waarbij maatschappelijke organisaties (scholen, sportverenigingen) plastic flesjes en blikjes verzamelen. Bij inlevering bij speciale depots krijgen de organisaties dan een vergoeding. Later dit jaar wordt duidelijk hoe deze proef is verlopen.
De brancheorganisatie van supermarkten CBL vindt het rapport onder de maat en stelt dat het geen basis mag zijn voor beleid. Volgens de belangenclub onderschatten de onderzoekers de kosten voor winkeliers. Ook plaatst zij vraagtekens bij de onafhankelijkheid van het onderzoek, omdat CE Delft een commercieel bureau zou zijn. Het bureau zelf meldt onafhankelijk te zijn.