Thomas B. en Willianne van Stempvoort maakten op 8 november 2016 een afspraak in haar woning in Ede. De twee kenden elkaar van school. Via WhatsApp gaf B. aan dat hij wilde betalen voor seksueel contact.

De rechtbank stelt dat B. „extreem veel grof geweld” gebruikte bij het doden van Van Stempvoort. „Toen de man weer naar huis ging, zou de vrouw hem om geld gevraagd hebben. Zij zou de man met stemverheffing hebben aangesproken. De man kon daar niet tegen. Hij raakte gestrest en het werd zwart voor zijn ogen. Hij heeft een touwtje uit zijn zak gehaald en de vrouw daarmee gewurgd. Toen de man hoorde dat ze nog geluid maakte, heeft hem dat niet tot bezinning gebracht. Hij heeft een takkenschaar gepakt en sloeg de vrouw vervolgens meerdere keren op haar hoofd”, stelt de rechtbank.

Anders de verdediging had gevraagd past de rechter volwassenenstrafrecht toe in deze zaak. Wel acht de rechtbank B. verminderd toerekeningsvatbaar. „Hij leed toen hij het feit pleegde aan een persoonlijkheidsstoornis. Hierdoor kon hij de informatie die hij ontving niet snel verwerken. De verstoorde agressieregulatie leidde tot een impulsdoorbraak, een explosie van geweld.”

De man moet ongeveer 25.000 euro aan shockschade aan de zus van het overleden slachtoffer betalen. Die zus trof het slachtoffer „in gruwelijke omstandigheden aan in haar eigen woonomgeving.” Daarnaast moet B. ruim 1.900 euro voor de door de zus gemaakte kosten vergoeden. Ook de ouders van het slachtoffer krijgen schadevergoedingen.

De straf van zes jaar en tbs is conform de eis van het openbaar ministerie twee weken geleden.