IJsland bant downsyndroom uit met abortus
Het downsyndroom is in IJsland praktisch „uitgeroeid”, zeggen genetici. Jaarlijks worden nog twee tot drie kinderen met de chromosomale afwijking geboren. De oorzaak is echter geen medische doorbraak, maar abortus.
„Er is nauwelijks een kind met het downsyndroom meer in IJsland”, zei geneticus Kari Stefansson deze week tegen CBS News. De chromosomale afwijking is volgens de oprichter van deCODE Genetics, een biofarmaceutisch bedrijf in Reykjavik dat onderzoek doet naar het menselijke genoom, „bijna uitgeroeid uit onze samenleving.”
Deze ontwikkeling heeft te maken met de opkomst van prenatale testen, die de kans op een baby met het syndroom van Down voorspellen. Bijna alle IJslandse vrouwen die volgens de test kans maken op een kind met de afwijking, beëindigen de zwangerschap.
Volgens het Landspitali University Hospital in Reykjavik maakt 80 tot 85 procent van de zwangere vrouwen gebruik van de test. Cijfers van de IJslandse overheid laten zien dat in de periode 2008 tot 2012 alle vrouwen bij wie een verhoogde kans op een baby met het downsyndroom werd geconstateerd, een abortus ondergingen.
Het medische team van het ziekenhuis probeert ouders „zo neutraal mogelijk advies” te geven, zei Hulda Hjartardottir, hoofd van de afdeling Prenatale Diagnose. „Maar sommigen vinden dat we alleen al door het aanbieden van de test mensen een bepaalde kant op duwen.”
Dat ouders hun keuze om een zwangerschap te beëindigen sterk laten afhangen van de prenatale testen, is onwenselijk, vindt Stefansson. Artsen oefenen daarmee invloed uit op „beslissingen die in zekere zin niet medisch zijn.”
Vooral in de VS stuitte het nieuws op forse kritiek. „Heel verdrietig”, twitterde de Republikeinse senator Ted Cruz. „Het leven van downkinderen zouden gekoesterd moeten worden, niet beëindigd.” Actrice Patricia Heaton op Twitter: „IJsland elimineert het downsyndroom helemaal niet. Ze vermoorden gewoon iedereen die het heeft. Groot verschil.”