Van een „godsdienstpolitie” moet hij ook niets hebben. „Gooi de uitgangspunten van onze seculiere, democratische rechtsstaat niet weg uit angst voor religie en in het bijzonder de islam”, aldus Cohen.

De noodzaak van integratie mag volgens Cohen nooit boven de grondwettelijke vrijheid van godsdienst en van onderwijs gaan. „Wie dat wel wil, moet de grondwet willen veranderen en moet zich realiseren dat dat de uitgangspunten van onze seculiere, democratische rechtsstaat kan aantasten”, zei de burgemeester, die meermalen heeft gepleit voor een dialoog van de overheid met godsdienstige groeperingen.

Cohen waarschuwde tegen reacties en maatregelen die moslims in het defensief drukken. Van de weeromstuit zullen ze zich alleen maar meer op hun religie gaan oriënteren, betoogde hij. De meeste moslims zijn volgens Cohen niet bezig met een oorlog tegen het Westen, maar willen juist graag bij het Westen horen.

„Dit kan in zijn tegendeel verkeren als moslims tot de conclusie komen dat ”het Westen” zijn beloftes niet waarmaakt, dat opgaan in een westerse samenleving gepaard gaat met het verlies van banden (familie, gezin, religie) en dat men in het Westen minachting blijft voelen voor de islam”, aldus de burgemeester. Dan kunnen moslims zich gaan terugtrekken in eigen kring, en dat is volgens Cohen ongewenst.

De overheid beschikt over voldoende mogelijkheden om op te treden tegen de fundamentalistische islam „wanneer die zich op onaanvaardbare wijze afkeert van onze samenleving”, zei Cohen. Pleidooien voor het sluiten van moskeeën of islamitische scholen zijn volgens hem „de verkeerde antwoorden op op zichzelf relevante vragen.”

De samenleving kan volgens de burgemeester maar beter onderkennen dan ontkennen dat religie voor veel migranten een belangrijke rol speelt. Vooral in de steden bieden religieuze gemeenschappen volgens hem meer dan andere instellingen een sociaal vangnet. „Religie is ook in de 21e eeuw een politiek fenomeen dat indringend om de aandacht zal vragen.”