In memoriam: mr. G. L. Bouman
In 1969 begon hij als aspirant-agent bij de politie in Rotterdam en in februari 2016 nam mr. Gerard Bouman afscheid als hoogste baas van 65.000 politiemensen bij de nationale politie. Zelden hebben politiemensen een beter voorbeeld gehad van hun versie van het verhaal ”van krantenjongen tot miljonair”.
Bouman, die maandag op 64-jarige leeftijd overleed, heeft een glansrijke loopbaan in publieke dienst gehad. Die leidde hem van motoragent tot officier van justitie en van spionnenchef bij de AIVD tot aan korpschef en kwartiermaker bij de nationale politie.
Politiebonden reageerden verslagen op het overlijden van de voormalig korpschef: „Bouman was altijd recht voor zijn raap”, zei Albert Springer van de Nederlandse Politiebond (NPB). „Hoewel we als vakbond kritisch waren en ook wel eens lijnrecht tegenover elkaar stonden, was Bouman altijd duidelijk in zijn keuzes. Dat heb ik in hem gewaardeerd.”
In december 2007 werd de in het Zuid-Hollandse Rhoon geboren Bouman benoemd tot hoofd van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD), waar hij geconfronteerd werd met bezuinigingen en een reorganisatie doorvoerde.
Hij bereidde als kwartiermaker de vorming van het korps nationale politie voor: een mega-opdracht waarin hij 26 korpsen met hun eigen cultuur en koninkrijkjes moest afbreken en moest omvormen tot een nationale, eenduidig opererende veiligheidseenheid.
Die operatie leidde tot veel scheve gezichten, onder meer bij mensen die hoofdcommissaris van een korps waren en plotseling een baas boven zich kregen. Daarnaast was er veel gedoe met vakbonden, die opkwamen voor de rechten en werkomstandigheden van hun leden.
Bouman moest vele duizenden geesten rijp zien te maken voor een verhuizing, voor een nieuwe baan met nieuwe verantwoordelijkheden of voor een functie die een breuk in het carrièrepad betekende. Dat ging niet zonder vijanden te maken.
Bij alle waardering voor zijn werk brak één kwestie aan het einde van zijn loopbaan hem op: hij schroefde het budget van de centrale Oondernernemingsraad fors op tot 1,6 miljoen euro, met als doelstelling de cor zich goed te laten adviseren over de gevolgen van de reorganisatie. Een deel van het geld ging echter op aan reizen, feesten, etentjes en het inhuren van bijvoorbeeld imagocoaches. De voorzitter, Frank Giltay, zou daarin de vrije hand hebben gekregen van Bouman, luidde de beschuldiging aan zijn adres.
In een interview met het ANP, een van zijn laatste, zei Bouman opzettelijk lang te hebben gezwegen over die beschuldigingen. „Er is zo veel onzin geschreven, hoe krijg je het verzonnen?”
Hij zocht dit voorjaar de publiciteit omdat hij naar eigen zeggen in het onderzoek naar de cor „geconfronteerd werd met de vooringenomenheid van een lid van de onderzoekscommissie.”
Fel beet hij toen van zich af: „Ik ben er klaar mee om alleen maar de klappen op te vangen. Ik heb ongetwijfeld fouten gemaakt, want ik nam soms tien beslissingen per dag.”
De centrale ondernemingsraad van de politie zei maandag dat Bouman „als motor van de veranderingen een unieke, bijna onmenselijke prestatie heeft geleverd” bij het opbouwen van de nationale politie. Minister Blok van Veiligheid en Justitie noemde de oud-korpschef een gedreven en toegewijd man. „Ook als hij in de persoonlijke sfeer moeilijke tijden doormaakte, bleef hij op zijn post.”
Bouman was van 2013 tot begin vorig jaar de eerste korpschef van de nationale politie. Wat voor hem telde was –wat hij noemde– „het grotere verhaal.” Dat van een organisatie in verandering van 65.000 werknemers en met een budget van 5,2 miljard euro. Het is Boumans publieke nalatenschap na 46 dienstjaren bij de overheid.