Brandweer laat vuur grotten Kanne uitbranden
De hulpdiensten zijn zondagmiddag begonnen met het plaatsen van waterschermen voor de ingangen van de grotten bij Kanne, net over de grens bij Maastricht. De brandweer hoopt dat de waterschermen de rookoverlast voor de tegenoverliggende woningen in Kanne verminderen.
Even overwoog de brandweer zondag om toch weer te gaan blussen in de grotten bij Maastricht, waar sinds donderdag honderden kuub hooi en stro in brand staan. Maar na een op afstand bedienbare robot tot aan de brandhaard de grotten in gestuurd te hebben, bleef de brandweer bij de beslissing van zaterdag: het vuur gecontroleerd laten uitbranden.
Uit de beelden van de Duitse robot bleek dat het hooi vooral smeult en niet brandt. Dat betekent dat het minder snel verteert dan de brandweer eerder hoopte. Het instortingsgevaar blijft, daarom mogen brandweerlieden de grotten niet in.
De stank- en rookoverlast in Maastricht kan volgens de brandweer nog een tot drie weken duren.
In de omgeving van Kanne zijn mobiele meetunits geplaatst om de luchtkwaliteit in de gaten te houden. Bewoners die dichtbij de uitgangen van de grot wonen, krijgen van de brandweer een waterscherm bij hun huis. Deze biedt verneveling met water en moet de rook tegenhouden.
Het besluit om het vuur te laten uitbranden, werd zaterdag genomen nadat overleg met specialisten uitwees dat verdere bluspogingen te gevaarlijk zijn. „We kunnen er geen mensen naar binnen sturen”, zei de woordvoerder.
Plannen om een windturbine in te zetten om rook en hete nevel te verdrijven, zijn opgegeven. Daardoor zouden trillingen ontstaan die het instortingsgevaar vergroten.
De brandweer was zaterdagochtend om 4.00 uur uit veiligheidsoverwegingen al gestopt met het blussen van de brand die donderdagavond uitbrak in 800 kuub hooi in de grotten bij Maastricht. Door het vernevelde bluswater werden de temperaturen te hoog en er stortten weer mergelstenen naar beneden, waarop de brandweer zich terugtrok.
Eerder had een mijndeskundige de grotten bij de ingang in het grensplaatsje Kanne veilig verklaard, zodat brandweerlieden van daaruit de bluswerkzaamheden konden hervatten.
De brandweer waarschuwde wandelaars om de komende weken de grotten bij Kanne en Château Neercanne niet in te gaan. Er hangt veel rook en koolmonoxide en er bestaat instortingsgevaar. „Zo kwam er vrijdag een plaat van 500 kilo mergel naar beneden”, zei een woordvoerder. „Door de hitte droogt de mergel uit, krimpt en valt naar beneden.” Ook wanden storten in.
Weliswaar is er een afzetting rond de ingang van de grotten. „Maar zo’n afzetting schrikt niet iedereen af”, zei de woordvoerder. „Vandaar deze dringende oproep om de grotten niet te betreden.”
Het vuur ontstond volgens Belgische media op vijf plekken in de grot, vlakbij de ingang aan de Belgische kant, in het dorpje Kanne. Twee verdachten, opgepakt om brandstichting, zijn weer vrijgelaten. De koeien die in de grotten stonden, bleven ongedeerd.
De tientallen kilometers lange ondergrondse grotten functioneerden als een soort schoorsteen, die de rook over een wijde omgeving verspreidden. Door het draaien van de wind leek Maastricht zaterdag even gevrijwaard van de rook, die naar België trok. Eerder riep de brandweer inwoners op ramen en deuren te sluiten en de ventilatie uit te zetten. Vrijdagavond reed de politie in Kanne met luidsprekers rond om die waarschuwing te laten horen.
De brandweer riep de hulp in van mijndeskundigen uit Duitsland en Zwitserland. „De bestrijding van deze vuurhaard is lastig en complex”, aldus de brandweer. Er werd een slang van een kilometer lengte voor groot watertransport aangelegd vanuit het Albertkanaal naar de ingang van de grotten in Kanne.
Door de enorme hitte van de brandende hooibalen vielen er vrijdag mergelblokken omlaag en stortte een mergelwand in. De brandweer ging daarom enige tijd de grotten niet meer in en probeerde het vuur van buitenaf te blussen met een speciale brandweerwagen.
In de grotten mocht hooi en stro liggen en er mochten ook runderen worden gestald. Dat blijkt uit een vorig jaar afgegeven vergunning door de provincie Limburg aan een Belgische veehouder. De ingang van de grot ligt in Kanne, op Belgisch grondgebied, maar de grotten zijn Nederlands. Vrijdag was lang onduidelijk of er een vergunning was voor de opslag van hooi, en wie de vergunning had afgegeven. Maastricht en provincie wezen aanvankelijk naar elkaar. Uiteindelijk bleek de provincie de vergunningverlener.
Er was volgens de provincie geen reden om de vergunning te weigeren. De provincie heeft de vergunning getoetst met het oog op instorting. De stabiliteit van de grotten werd goed bevonden, zowel het dak als de steunpilaren.
Grote schade was er door de brand in Château Neercanne, het enige terrassenkasteel van Nederland. Rook, roet en pek sloegen neer in de ondergrondse ruimten van dit internationaal befaamde restaurant in Maastricht, vernielden elektronische apparatuur en spaarden de wijnkelder niet. Naast de rook hing er ook veel koolmonoxide, die toegang tot de grotten onmogelijk maakte. Neercanne is in zak en as. Tientallen gasten moesten afgebeld worden.
Het mergelrijke Zuid-Limburg telt talloze ondergrondse gangenstelsels. Veel ervan zijn ontoegankelijk wegens instortingsgevaar. De gangen ontstonden door de winning van mergelblokken sinds de zeventiende eeuw. Momenteel wordt alleen nog in de groeve bij Sibbe, in de gemeente Valkenburg, mergel gewonnen.
Veel groeven worden voor andere doeleinden gebruikt. Zo had de NAVO decennia lang een hoofdkwartier gevestigd in de Cannerberg in Maastricht.