Hoe de Verenigde Staten steeds verdeelder raakten
Het klikte goed tussen de twee echtparen. Ondanks het verschil in visie op maatschappij en politiek gingen ze al verschillende jaren met elkaar op vakantie. Tot vorig najaar. Na Trumps zege bij de presidentsverkiezingen kijken ze elkaar met de nek aan. De polarisatie in de Amerikaanse samenleving gaat dwars door gezinnen en vriendschappen heen.
Dat merkte ook een groep Nederlandse SGP-jongen toen ze vorig najaar een bezoek brachten aan de Verenigde Staten. Ze ontmoetten daarbij onder anderen leeftijdsgenoten van een reformatorische zusterkerk onder de rook van New York. Toen bleek dat de Nederlanders ook nog wel iets goeds in Hillary Clinton zagen, keerden twee Amerikaanse jongeren hun letterlijk de rug toe. „Dan praat ik niet meer met je.”
„De twee voorvallen staan niet op zichzelf”, zegt Jeff Taylor, politicoloog aan Dordt College in Sioux Center (Iowa). „De politieke verdeeldheid is zo groot geworden dat mensen elkaar vanwege het verschil in opvatting niet meer verdragen. Dat hebben we in het verleden niet zo sterk gehad.”
Taylor weet dit uit zijn eigen familiekring, waar de meesten Republikein zijn, maar een enkeling kiest voor de Democraten. „Kort na de presidentsverkiezingen was het Thanksgiving. Dan komt de hele familie bij mijn ouders samen. Het is altijd gezellig. Vorig jaar november was de sfeer echter gespannen vanwege de uitslag van de presidentsverkiezingen. Angstvallig hebben we het gesprek over de politiek vermeden. Iedereen was opgelucht toen het weer voorbij was.”
Alfred Post, boekhandelaar in Pella, toont zich zeer bezorgd over de polarisatie. Hij sluit zelfs een burgeroorlog niet uit. „Wanneer het redelijk debat onmogelijk wordt, gaat de emotie regeren. Dan kun je vreemde dingen beleven. Er zijn radicale elementen die zich niet kunnen beheersen.”
De boekverkoper vreest vooral de rechts-radicalen in het Washingtonse pluche. „Zeg maar de vrienden van Bannon en Breitbart. Links-radicalen zijn even gevaarlijk, maar zij uiten zich anders. Linkse jongens zijn bedreven in reltrappen, rechtse zijn echte vechtjassen. Die slaan erop los, niet om wanorde en schade aan te richten, maar om de ander direct knock-out te slaan. Daar ben ik bezorgd over. Radicaal-rechtse jongeren hebben geen onbereikbare idealen, zoals hun linkse leeftijdsgenoten, maar genieten van geweld en domme kracht.”
Echtscheiding
Om duidelijk te maken dat hij geen spoken ziet, wijst Post erop dat Barack Obama nauwelijks personeel voor zijn de beveiligingsdienst van het Witte Huis kon krijgen, terwijl er nu een lange wachtlijst van geïnteresseerden bestaat. „Dat zijn vooral jongens met grote spiermassa’s en stevige knuisten. Die gaan direct op de vuist als hun iets niet zint.”
Zowel Jeff Taylor uit Sioux Center als zijn collega Jeffrey Vander Werff, politicoloog uit het naburige Orange City, schudt het hoofd over de angsten van Post. „Overdreven, stemmingmakerij”, zegt Taylor. De zorgen doen Vander Werff denken aan de eerste helft van de jaren negentig, toen de vooraanstaande politicus Pat Buchanan op de Republikeinse conventie van 1992 waarschuwde voor een culturele oorlog. Kort daarop publiceerde James Davison Hunter een boek over dat thema.
Vander Werff: „Beiden waarschuwden dat een culturele oorlog vaak de voorfase is van een oorlog waarbij er daadwerkelijk geschoten wordt. Van zo’n signaal gaat dreiging uit.” Dat het echt zover komt, gelooft Vander Werff niet. „Geen oorlog, maar wel een situatie die je zou kunnen vergelijken met een echtscheiding. Dan is er niet meer de intentie om als politieke partijen samen het goede voor het land te zoeken.”
Vander Werff ziet polarisatie niet zozeer als een maatschappelijk probleem, maar vooral als een kwaad waardoor het politieke klimaat in Washington totaal verziekt raakt. „Voorheen had je in beide partijen gematigde politici; Republikeinen die op belangrijke punten overeenstemden met Democraten en omgekeerd. Dat is nu niet meer zo. Het grote punt is dat het politieke middenveld is ontruimd. Daardoor verharden de standpunt zich en is samenwerking tussen beide partijen binnen het Congres bijna een onmogelijkheid geworden.”
Hoe scherp de tegenstellingen binnen het Amerikaanse parlement zijn, bewijst volgens beide politicologen het feit dat geen enkele kandidaat voor Trumps regering in de benoemingsprocedure de goedkeuring en steun van de Democraten kreeg. „Het is uniek in onze parlementaire geschiedenis dat de oppositie elke voordracht afkeurde”, zegt Taylor.
Walging
Jonathan Haidt, sociaal psycholoog en hoogleraar aan de Stern School of Business in New York, ziet hoe de polarisatie ook gewone burgers verdeelt. „Mensen verketteren en demoniseren elkaar. Ze zijn niet, zoals vroeger ook wel gebeurde, boos op de ander vanwege afwijkende politieke standpunten, nee, ze walgen van elkaar. Dat woord is typerend voor het huidige politieke en maatschappelijke klimaat. Als je van de ander walgt, wil je echt niets meer met hem te maken hebben.”
Deze sfeer wordt volgens Haidt door Trump gevoed. „Niemand neemt vaker het woord walging of afkeer in de mond dan hij. Trump is een vulkaan van ongepolijste emotie.”
Tweede factor die de verziekte sfeer in stand houdt, is volgens hem internet. „Communicatie via sociale media is een garantie dat het verkeerd gaat. Je hebt in boosheid zo een tweet getikt en verstuurd. Eén muisklik en er barst een verbale oorlog los. Trump weet dat en gebruikt dat. Maar ook burgers voeren op die manier het politieke debat. Internet heeft al wat kwaad gedaan, relaties naar de knoppen geholpen en als we niet oppassen maakt het ons land nu onbestuurbaar.”
serie In het hartland van Trump
Oud-hoofdredacteur W. B. Kranendonk reisde door het Midden-Westen van de VS, op zoek naar de stemmers van Trump. Waarom gaven ze hem hun vertrouwen? En hoe vinden ze dat hij het doet? Vandaag deel 4 (slot): toenemende polarisatie.
Tien oorzaken van toenemende verwijdering tussen Amerikanen
Sociaal psycholoog Jonathan Haidt onderscheidt tien factoren die de laatste decennia hebben bijgedragen aan de verdeeldheid in Amerika.
1. Streven naar ideologische zuiverheid
Na 1980 heeft binnen de twee politieke partijen in de VS een proces van ideologische zuivering plaatsgevonden. In de voorgaande vijftig jaar bepaalden de gematigden de koers. Daardoor was er een groot politiek midden. Dat bevorderde de samenwerking tussen Democraten en Republikeinen. Na 1980 komt er een omslag. Bij de Democraten krijgen de progressieven het voor het zeggen en bij de Republikeinen de conservatieven, wat samenwerking moeilijker maakt.
2. Verbinding politiek en levensstijl
In het verleden stond de keuze voor een politieke partij los van iemands levensstijl. Na 1980 verandert dat. Een progressieve kiezer (Democraat) is vaker herkenbaar door zijn modernere, soms nonchalante kleding en zijn alternatieve leefgewoonten. Een conservatief (Republikein) daarentegen hecht aan tradities en kiest voor conventionele kleding. Die uiterlijke herkenbaarheid draagt ertoe bij dat mensen elkaar mijden en impliciet de politieke keuze van de ander afkeuren.
3. Kloof stad en platteland
Door de ideologische profilering werd niet alleen de tegenstelling links en rechts scherper, maar ook die tussen stad en platteland. De Democratische Partij was oorspronkelijk een agrarische partij die haar machtsbasis in het zuiden van de VS had. Maar ze ontwikkelde zich tot de partij van de stedelingen, Ze kreeg een kosmopolitischer karakter en werd de verdedigster van seculiere waarden. De Republikeinse Partij maakte een omgekeerde ontwikkeling door. Zij wierp zich op als hoedster van traditionele, christelijke waarden, waardoor de plattelanders zich bij deze partij aansloten.
4. Komst immigranten
In de jaren zestig werden de mogelijkheden om als immigrant de VS binnen te komen verruimd. Dat leidde tot de komst van grote groepen niet-blanke vreemdelingen die vooral hun politieke onderdak vonden bij de Democraten. Tegenstanders van deze instroom namen hun toevlucht tot de Republikeinse Partij.
5. Onderlinge vervreemding
Het is gebruikelijk dat politieke partijen verschillende belangen verdedigen. Politici beseffen dat er door overleg en onderhandelen win-winsituaties gecreëerd kunnen worden. Maar die cultuur is verruild voor een cultuur van alles of niets. Er is een sterke druk op politici en beleidsmakers om geen duimbreed toe te geven aan „de walgelijke opvattingen” van de politieke tegenstander. Compromissen sluiten wordt daardoor moeilijker.
6. Cultuur rond Congres
Midden jaren negentig kwam er, na veertig jaar, een einde aan de hegemonie van de Democraten in het Huis van Afgevaardigden. De nieuwe voorzitter van het huis, de Republikein Newt Gingrich, paste bewust de vergaderagenda aan. Daardoor behoefden afgevaardigden maar enkele dagen in Washington te zijn. De meeste volksvertegenwoordigers kozen er daarom voor niet naar de regeringsstad te verhuizen. Gevolg was dat politici elkaar nauwelijks meer buiten het Congres ontmoeten, terwijl voorheen juist de informele contacten de samenwerking over de partijmuren heen stimuleerden.
7. Veranderend medialandschap
Tot midden jaren tachtig was er in Amerika maar een beperkt media-aanbod. Door de komst van kabeltelvisie en vooral door internet ontstond er een enorme diversiteit aan nieuwsbronnen. Dat leidde tot een andere manier van omgaan met nieuws. Probeerde voorheen de burger op basis van het nieuws zich een mening te vormen, tegenwoordig kan hij voor zijn reeds gevormde mening altijd wel ergens een nieuwsbron vinden die hem in zijn opvattingen bevestigt. Extreme standpunten worden dus niet meer gecorrigeerd. Daar komt bij dat, wil een politicus de aandacht trekken, hijzelf dan ook uitgesproken standpunten moet innemen.
8. Financiële afhankelijkheid
Leden van het Congres hebben steeds meer geld nodig om langere tijd in het zadel te kunnen blijven. Ook gedurende de periode waarvoor ze zijn gekozen moeten ze veel aandacht geven aan hun pr. Immers: wie niet zichtbaar is, is weg. Die voortdurende pr kost veel geld, dat moet worden binnengehaald. Politici zijn daardoor dagelijks een paar uur in touw om contacten met hun geldschieters te onderhouden. Het gevolg is dat er minder tijd overschiet voor sociale contacten met leden van de partijpolitieke overkant én dat de politici meer geneigd zijn rekening te houden met de wensen van hun sponsoren. Die sporen lang niet altijd met de belangen van het land.
9. Wegvallen gemeenschappelijke vijand
Toen in 1989 de communistische wereld ineenstortte, viel ook een belangrijke verenigende factor weg. In het begin van de Koude Oorlog werkten de beide partijen in het Congres op het gebied van internationaal beleid samen. In de loop van de jaren tachtig profileerden de Democraten zich steeds meer als de partij van de vredesduiven, terwijl de Republikeinen nadrukkelijker te boek gingen staan als de haviken. Die tegenstelling heeft zich in de periode na 1990 alleen maar verdiept.
10. Babyboomers
Tot de jaren negentig had de generatie het voor het zeggen die gevormd was door de wereldoorlogen. Zij hadden in de oorlog en bij de herstelperiode nadien geleerd om het partijbelang ondergeschikt te maken aan het landsbelang. De babyboomers waren echter gevormd in de jaren zestig, waarin belangengroepen steeds meer voor hun eigen idealen opkwamen. Dat leidt tot een andere politieke houding. Wanneer een president van de rivaliserende partij was gekozen, zeiden politici van de oudere generatie: „Hij had niet mijn stem, maar ik hoop dat we een goede president aan hem hebben.” De nieuwe generatie zegt dan: „Ik hoop dat hij mislukt.”