Op reis door het hartland van Trump
De Amerikaanse elite noemt het Midden-Westen van de VS spottend de ”fly-over country”: het land waar je enkel overheen vliegt om snel van oost naar west of omgekeerd te komen. Trump spon garen bij dit dedain.
Het gebied is voor de grootsteedse Amerikaan totaal oninteressant en onbelangrijk. Behalve dat het graan levert, en niet te vergeten: vlees voor de Angus-hamburger.
Wie op zoek is naar vertier, gelegenheden om uitbundig te feesten of wil genieten van zogenoemde hoge cultuur, vindt in het Midden-Westen weinig van zijn gading. In het meest oostelijk gelegen deel van dit gebied, zoals de staat Ohio, doorklieven roestkleurige schoorstenen de lucht. Meer naar het westen zijn er de Great Plains, de grote vlakten, met eindeloze korenvelden of kudden zwarte runderen die zich vol eten om straks verwerkt te worden in de vleesindustrie. Uren kun je rijden zonder een stad van betekenis tegen te komen.
„Niks aan”, zeggen de Amerikanen die zijn opgegroeid in grote steden en menen het denkend deel der natie te vormen. Hun stereotiepe beeld van het MiddenWesten is: saai, achtergebleven, blank, ultraconservatief, star protestants. Enigszins spottend wordt dit gebied de laatste tien jaar daarom ook wel ”Jezusland” genoemd.
In deze staten haalde Donald Trump zijn winst. Wie de kaarten met verkiezingsuitslagen bekijkt, constateert dat het blauw van de Democraten domineert aan de kustgebieden en in enkele andere grote steden. De rest van de VS is rood. Dat illustreert de tegenstelling tussen de overwegend progressieve stadsbevolking en de overwegend conservatieve plattelanders.
„De wraak van het Midden-Westen”, zo typeerden verschillende politieke analisten in de VS de verkiezingsoverwinning van Trump. „Het hartland heeft er genoeg van om door Washington niet serieus genomen te worden”, is de conclusie van de Washington-watchers.
Superonafhankelijk
„Daar zit zeker een kern van waarheid in”, zegt Jackie Cutshall, lerares geschiedenis uit Des Moines, de hoofdstad van Iowa. „Het is echter niet alleen de tegenstelling tussen progressief en conservatief. Washington kijkt op het Midden-Westen neer, houdt geen rekening met onze wensen en vermoeit ons alleen maar met allerlei regels. Als er problemen zijn, laten ze ons aan ons lot over. Washington heeft geen benul van wat er in het Midden-Westen, economisch gezien het hart en de longen van de VS, plaatsheeft.”
De in Nederland wonende Jennifer Verheul geeft daarvan een treffend voorbeeld. Ze groeide op in Corning, een plaatsje in het noordoosten van de staat Arkansas, niet ver van de Mississippi. „Als deze grote rivier dreigt te overstromen, doen de autoriteiten er alles aan om steden als St.-Louis, Memphis en New Orleans te vrijwaren van wateroverlast. Gevolg? Dat de vlakten, waar mijn ouders en familie nu nog wonen, onder water lopen. Met alle schade van dien. Maar enige financiële compensatie vanuit Washington? Ho maar. Dat voedt de aversie tegen de nationale regering. Vandaar de hoop in het Midden-Westen dat Trump de boel grondig aanpakt.”
Zo min mogelijk last hebben van Washington, dát is wat de mensen in het Midden-Westen vooral willen. „We zijn inderdaad superonafhankelijk”, zegt Steve Becker, die met zijn vrouw en kinderen elke zondag anderhalf uur rijdt om van zijn ranch naar de Redeemer Presbyterian Church in Des Moines te komen. „Op de uitgestrekte vlakten ben je vooral op jezelf aangewezen. Onze naaste buren wonen bijna een halfuur van ons vandaan. Je moet als veehouder op de prairie vooral je eigen boontjes doppen. Als we naar de dokter of een winkel willen, moeten we bijna drie kwartier rijden. Dat is soms lastig. Maar je hebt op het platteland ook alle ruimte om je eigen gang te gaan.”
Van regels moet Becker daarom niet veel hebben. „Ze helpen ons meestal niet, zijn vooral lastig en hebben doorgaans weinig nut.” Als voorbeeld noemt hij een sheriff die in zijn territorium al te ijverig aan het werk ging. „Waar hij kon, schreef hij een bon uit. Zo dacht hij zijn autoriteit te kunnen vestigen. Nou, dat heeft maar kort geduurd. Bij de eerstvolgende verkiezingen is hij weggestemd. Regels moet je alleen handhaven als ze het algemeen belang dienen.”
Regel op regel
Juist de toenemende regeldruk vanuit Washington heeft bij Becker een afkeer van de politiek gewekt. Van Obama en in zijn kielzog Hillary Clinton moet hij helemaal niets hebben. „Die zijn druk geweest met regel op regel en gebod op gebod. De meest onzinnige dingen zijn door hen in regels gegoten.”
Becker vertelt dat hij als veehouder verplicht wordt een zuiveringsinstallatie te plaatsen voor de gier van zijn koeien. „Belachelijk. Mijn beesten lopen over een gebied van meer dan 50 vierkante kilometer. Waar moet die installatie komen?” Duidelijk is dat hij voorlopig niet van zins is de installatie aan te schaffen. „In Washington staan grote tekentafels waar mensen achter zitten die geen enkele realiteitszin hebben, maar wel allerlei milieuplannen bedenken.”
Dat Trump hier een eind aan wil maken en daarnaast de vriendjespolitiek in de regeringsstad wil aanpakken, juicht Becker toe. „Maar, eerst zien en dan geloven”, zegt hij. De veehouder heeft de Republikeinse president zijn stem niet gegeven. „Trump is een ongeleid projectiel. Bovendien roept hij wel de christelijke waarden te zullen verdedigen, maar zijn liederlijk leven is er niet naar. Dat is voor mij een onoverkomelijke drempel. De Bijbel zegt: Toon mij uw geloof uit uw werken. ”
Dave Moore uit Kansas City is de regeldruk vanuit Washington eveneens een doorn in het oog. En ook voor hem is de regering-Obama de grote boosdoener. Als directeur van een staalfabriek maakte hij de neergang van de industrie mee. „Obama is gediplomeerd sloper. Moeiteloos heeft hij die graad behaald. Met de hoogste lof. Niet alleen op het gebied van waarden en normen was zijn beleid destructief, ook economisch heeft hij ons land te gronde gericht. Ronduit walgelijk!”
Door fiscale maatregelen en milieuwetgeving heeft Obama volgens de inmiddels gepensioneerde Moore gezorgd voor „een exodus van grote bedrijven.” Het oostelijk deel van het Midden-Westen, de zogenoemde Rust Belt, is daardoor volgens hem vervallen tot een „derdewereldland.” De staalindustrie, waarin hijzelf als financieel directeur werkzaam is geweest, kreeg van Obama „de genadeslag.”
Moore: „Je werd gek van de regelgeving. Ze vormde een dwangbuis waardoor bedrijven iedere bewegingsvrijheid werd ontnomen. Dankzij meneer Obama, die verkozen werd omdat hij de verlosser van alle ellende zou zijn. Zelfs zijn eigen zwarte mensen heeft hij niet gegeven wat hij beloofde. De aversie tegen deze man en zijn beleid zit hier in het Midden-Westen diep, heel diep”, aldus Moore.
Politieke cultuur
Helemaal fel wordt de voormalige fabrieksbaas als het gaat over de politieke cultuur in Washington. „Die kliek denkt alleen maar aan het eigenbelang. Vooral de Democraten kunnen er wat van. Alle vertrouwen in een eerlijke politiek is verdwenen. We missen politici die zich inzetten voor het landsbelang. Ik heb twee keer voor een Senaatscommissie moeten getuigen in verband met financiële kwesties en daarbij geconstateerd dat de politici en ambtenaren elkaar de hand boven het hoofd houden. Vreselijk.”
Jonathan Kobes, die als stafmedewerker van de Republikeinse senator Mike Rounds uit South Dakota geregeld in het nationale regeringscentrum komt, herkent veel van de kritiek. „Het Midden-Westen voelt zich vergeten en miskend. Dat wordt in Washington niet beseft. Het probleem is dat men in regeringskringen het contact met het achterland is kwijtgeraakt.”
Kobes zegt dat de lobbyisten van grote multinationals in Washington meer invloed hebben. „Zij hebben veel geld. Maar hun lobbywerk komt vooral de kustgebieden ten goede. Er zijn nauwelijks lobbyisten die zich inspannen voor het Midden-Westen. Washington is de achterliggende tien jaar een van de rijkste steden ter wereld geworden. Terwijl de rest van het land economisch achteruitging. Veel kiezers in het Midden-Westen hebben het idee dat zodra lokale politici in het vliegtuig stappen om naar Washington te gaan, zij hun thuisstaat vergeten.”
Niet alleen op het gebied van bestuur en politiek bestaat er in het Midden-Westen volgens Kobes een diep wantrouwen tegenover Washington, maar ook op het gebied van de moraal. „De grote steden aan de kust ziet men hier als poelen van verderf. Dat wantrouwen heeft Obama gevoed. Hij heeft hard gewerkt aan de afbraak van het christelijk karakter van de Amerikaanse samenleving.”
Homohuwelijk
Kobes noemt als grote omslag de erkenning van het homohuwelijk. „Dat heeft Obama weliswaar niet zelf geregeld, maar was een uitspraak van het hooggerechtshof. Obama heeft die echter wel toegejuicht. Hij liet het Witte Huis verlichten in de kleuren van de regenboogvlag – het symbool van de homobeweging. Daarmee heeft hij een signaal afgegeven. Toen hij aantrad als president was hij tegen het homohuwelijk, toen hij vertrok was hij een warm voorstander.”
De erkenning van het homohuwelijk door het Amerikaanse hooggerechtshof heeft volgens Kobes het aanzien van de rechterlijke macht in het Midden-Westen geen goed gedaan. „De kritiek is dat de rechters benoemd worden, en niet gekozen. Dat betekent dat de regering rechters kan sturen die werken volgens een haar welgevallig waardepatroon. Bijna alle rechters zijn opgeleid aan universiteiten van de oostkust, waar een links klimaat heerst. Daar komt bij dat rechters steeds vaker politieke uitspraken doen, en die hebben meestal een progressieve geur. Dat Trump kritisch durft te zijn over uitspraken van rechters vindt men in het Midden-Westen dus uitstekend.”
Kobes weet dat er bij conservatieve protestanten reserves leven jegens Trump. „Hij was hier bij de voorverkiezingen zeker niet de eerste keus. Ted Cruz was veel populairder. Maar het ging bij de presidentsverkiezingen uiteindelijk om de keus: óf Hillary, óf Donald. En dan was het niet moeilijk. Bovendien, weliswaar is Trump iemand van de oostkust. Maar hij is in Washington wel een buitenstaander. Daarom hebben mensen in het Midden-Westen de vurige hoop dat er onder hem eindelijk eens een andere wind gaat waaien.”