Economie

Voetangels en klemmen bij ziekte en re-integratie

Als een werkgever te maken krijgt met een arbeidsongeschikte werknemer dient hij alert te zijn op de regelgeving rond ziekte en re-integratie. Ook een werknemer heeft verplichtingen. Een werknemer die ziek wordt, moet dit zo snel mogelijk melden bij de werkgever.

Jantine Boogaard
6 July 2017 14:11Gewijzigd op 16 November 2020 10:58
beeld Fotolia
beeld Fotolia

Hij behoeft de aard van de ziekte niet mee te delen. In het gehele ziektetraject is de medische situatie geheim en is er geen verplichting om daarover openheid van zaken te geven aan de werkgever. Als de ziekte langer gaat duren, is het de taak van de werkgever om de werknemer op te roepen voor een consult bij de bedrijfsarts. Deze stelt rond de zesde ziekteweek een probleemanalyse op. Daarin wordt vastgesteld wat een zieke werknemer gelet op zijn gezondheidssituatie nog wel of juist niet kan doen. Indien mogelijk geeft de bedrijfsarts een re-integratieadvies.

De werkgever en de werknemer stellen uiterlijk in de achtste ziekteweek een plan van aanpak op. Daarin staat wat de werkgever en de werknemer gaan doen om ervoor te zorgen dat laatstgenoemde zo snel mogelijk weer aan de slag kan. Bij elke verandering in de ziekte en de re-integratie moet dit plan van aanpak worden bijgesteld.

Rond het einde van het eerste ziektejaar moeten de werkgever en de werknemer samen een eerstejaarsevaluatie invullen. Hierin staat hoe de re-integratie tot dan toe is verlopen. Als het nog niet gelukt is om weer (bijna) volledig te re-integreren in de eigen functie (spoor 1) moet daarnaast een traject worden gestart om het vinden van passend werk elders te bespoedigen (spoor 2). Deze twee trajecten lopen parallel.

Indien er rond het einde van het eerste ziektejaar nog geen zicht is op volledig herstel, is het voor een werkgever aan te bevelen om een arbeidsdeskundig onderzoek te laten uitvoeren.

In de 88e ziekteweek ontvangt een zieke werknemer formulieren van uitkeringsinstantie UWV voor de aanvraag van de zogeheten WIA-uitkering (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen). Deze moeten uiterlijk in de 93e week worden ingediend bij het UWV. De werknemer is verantwoordelijk voor een correcte aanvraag. Onderdeel daarvan is een eindevaluatie die werkgever en werknemer samen invullen.

De werknemer heeft bij het UWV een gesprek met een verzekeringsarts die zijn beperkingen beoordeelt. In een vervolggesprek met de arbeidsdeskundige wordt gekeken wat de werknemer nog zou kunnen. Daaruit volgt een theoretische bepaling van de mate van de arbeidsongeschiktheid.

Wie meer dan 35 procent arbeidsongeschikt is, komt in aanmerking voor een WIA-uitkering. Na twee jaar ziekte vervalt voor een werkgever de wettelijke verplichting om het loon van de (volledig) zieke werknemer door te betalen, tenzij het UWV hem een loonsanctie oplegt.

Het is mogelijk dat werkgever en werknemer gedurende het re-integratieproces niet op één lijn zitten of dat één van beiden het niet eens is met een advies van de bedrijfsarts. Het is dan voor beide partijen mogelijk om een deskundigenoordeel aan te vragen bij het UWV.

Voor werkgevers is het aan te bevelen om gebruik te maken van een (externe) casemanager om de re-integratie zo correct mogelijk te laten verlopen. Het niet correct volgen van regels of van adviezen kan zomaar leiden tot een loonsanctie.

Ook een zieke werknemer doet er goed aan om, gelet op het woud van regelgeving, de hulp van een deskundige in te roepen.

De auteur is jurist bij vakorganisatie RMU. Reageren? sociaal@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer