„Premier moet zich conservatief noemen”
Premier Balkenende is „een beetje dom” omdat hij weigert zichzelf een conservatief politicus te noemen. „Dat doet hij waarschijnlijk om niemand voor het hoofd te stoten, maar als je geen vijanden hebt, krijg je ook nooit vrienden.”
Dat zei oud-CDA-kamerlid Hans Hillen donderdag in Utrecht tijdens tijdens een studium generale van de SGP-jongeren over media en stigmatisering. Volgens Hillen, die momenteel voorzitter is van het College voor zorgverzekeringen (CVZ), heeft Balkenende „te weinig kleur” omdat hij weigert een duidelijke politieke richting te kiezen.
Hillen reageerde daarmee op een artikel in het Volkskrant-magazine, waarin de CDA-leider zei dat hij geen conservatisme wil, maar dat het hem gaat om het vinden van „antwoorden op actuele vragen van vandaag.” Volgens Hillen is Balkenende „op z’n best een hoogleraar aan de Vrije Universiteit.” Hij heeft te weinig van het „gewone leven” meegemaakt.
Hillen vindt dat het CDA zijn oren te veel laat hangen naar het progressieve denken, dat is gericht op verandering. Volgens Hillen is het politiek in Nederland fout gegaan toen de PvdA in het begin van de jaren zeventig onder invloed van Nieuw Links haar sociale imago heeft ingewisseld voor een progressieve uitstraling. „Progressief is namelijk niet hetzelfde als sociaal. Iemand die progressief is, wil alleen verandering. Het CDA heeft dat nooit goed begrepen, en bang als ze waren om populariteit te verliezen, gingen ze meedoen met de mode. Ik ben vooral conservatief omdat ik niet progressief wil zijn. Ik heb nooit begrepen waarom we in de laatste 25 jaar de eeuwenoude kerstening van de samenleving van ons af moesten werpen.”
Het advies van Hillen aan de SGP-jongeren was dan ook dat ze standvastig moeten blijven: „Draag met stelligheid, zelfvertrouwen en trots je eigen boodschap uit. Dan behoud je je authenticiteit. Als je de drempel verlaagt, lopen de mensen weg.”
Journalist Goossens, verbonden aan het Algemeen Dagblad en het opinieblad VolZin, vindt dat de SGP een aantal markante elementen uit haar politiek publiekelijk extra aandacht moet geven. Het fundamentalistische imago kan de partij een positieve wending geven door de nadruk te vestigen op burgerschap. De SGP moet volgens Goossens Calvijn opnieuw gaan bestuderen. „Deze theoloog staat in Nederland voor alles wat benepen, geniepig en slecht is.” Calvijn kon echter ook genieten van de mooie dingen in het leven: „Calvijn heeft ons niet calvinistisch gemaakt, wij hebben Calvijn Hollands gemaakt.” De Geneefse reformator leerde het recht van opstand en daarom zou de SGP best kritischer mogen zijn tegenover het gezag, aldus Goossens.
Verder zou de bevindelijkheid van de partij een nieuwe impuls kunnen krijgen door de betekenis van middeleeuwse denkers en van de kerkvader Augustinus te actualiseren. Volgens de journalist zou de SGP er ook goed aan doen het grote belang van een lees- in plaats van een beeldcultuur te benadrukken.