Na dood Warmbier moet Noord-Korea worden geboycot door toeristen
De afschuwelijke gebeurtenissen rond Otto Warmbier maken extra duidelijk welk bruut regime Noord-Korea bestuurt. Waarnemers noemen de dood van de Amerikaanse student een keerpunt en roepen op te stoppen met reizen naar dit land.
Zomaar één slogan uit de folder van Young Pioneer Tours (YPT), een reisorganisatie voor jongeren die van avontuur houden: „Wij brengen je naar bestemmingen waarvan je moeder het liefst zou hebben dat je er weg blijft.” Een van die bestemmingen is Noord-Korea – het land waaruit de Amerikaanse student Otto Warmbier (22) vorige week in comateuze toestand werd geëvacueerd en die maandag als gevolg van zware hersenbeschadiging overleed in zijn woonplaats Ohio (VS).
Warmbier had ruim een jaar geleden een groepsreis van YPT door Noord-Korea gemaakt en stond op het punt te vertrekken, toen hij door agenten werd opgepakt. Het hotel in de Noord-Koreaanse hoofdstad waar hij het laatst was geweest, meldde dat de Amerikaanse student uit een personeelskamertje (”staff only”) in het Yangakdo-hotel (Pyongyang) een propagandaposter van de muur had gehaald. Een ondeugende vorm van souvenirs jagen, zou je denken. Zo niet de Noord-Koreaanse autoriteiten. Die zagen er een „poging tot ondermijning van de staat” in, en twee maanden later klonk die aanklacht opnieuw tijdens een rechtszitting in Pyongyang. Het vonnis: vijftien jaar dwangarbeid in een strafkamp.
Een dag na dit schijnproces zou Warmbier in coma zijn geraakt, maar dat weerhield de autoriteiten er niet van hem weg te houden van zijn familie en de buitenwereld in het algemeen. Pas vorige week werd de nog altijd comateuze Warmbier na onderhandelingen tussen de VS en Noord-Koreaanse diplomaten vrijgelaten en mocht hij naar de VS terug. Maandag overleed hij.
Wat er precies met de Amerikaan is gebeurd blijft een raadsel, ook omdat zijn familie geen autopsie op zijn lichaam toestaat. Van schedelwonden of ander botletsel zou geen sprake zijn: mishandeling als directe oorzaak van de hersenschade lijkt daarmee uitgesloten.
Intussen meldde reisbureau YPT enkele dagen voor de dood van Warmbier er nog altijd van overtuigd te zijn dat Noord-Korea voor toeristen een „extreem veilig land is”, mits „iedereen zich er aan de regels houdt.” Manager Noord-Koreareizen Troy Collings zei dat in de tien jaar dat YPT naar Noord-Korea reist, hij „slechts met één arrestatie te maken heeft gehad – op een totaalaantal van meer dan 8000 toeristen.”
Slachtvee.
De sussende woorden van Collings werden hem niet in dank afgenomen. Vooral Warmbiers vader hekelde YPT als een organisatie die toeristen „als slachtvee” naar Noord-Korea drijft. Collings sprak dat resoluut tegen en wees erop dat iedere toerist die naar Noord-Korea wil, wordt voorgelicht over de wetten en gewoonten van het land. Wie daarna besluit mee te gaan, ondertekent een document waarin hij belooft respect te tonen voor „de plaatselijke politieke ideologie en de leiders.” Ook wordt hij gewaarschuwd om weg te blijven van iedere ruimte die is gemarkeerd met ”alleen staf” (“staff only”). Overigens zegde Collings wel toe geen Amerikaanse toeristen meer mee te nemen.
Wie ooit in Noord-Korea is geweest, kent de verhalen over incidenten waarbij toeristen betrokken waren. Opvallend is dat juist hotels vaak voor problemen zorgen: kamermeisjes blijken er meer dan alleen schoonmaaksters. Zo heeft een verfrommelde krant in een afvalbak al menige keer voor grote consternatie gezorgd. En werden nietsvermoedende gasten geconfronteerd met boos hotelpersoneel: of die niet beseften dat ze hun geliefde leider zwaar hadden beledigd door een foto van hem in de krant mee te verfrommelen.
Keerpunt
„Ook al was wat Warmbier deed naïef, hij verdiende het natuurlijk niet om daarvoor vijftien jaar te worden opgesloten en evenmin om zo te worden behandeld”, schreef de Amerikaanse Noord-Koreakenner Benjamin Young dinsdag op de website van de Noord-Korea-watchers van NK News. Wat hem betreft betekent het drama rond de student een keerpunt in de wijze waarop we met Noord-Korea omgaan: stop met toeristische reizen ernaartoe, met deelname aan sportevenementen (de jaarlijkse marathon van Pyongyang in april is populair) en met het geven van concerten.
Houd vooral op te denken dat iets van engagement (positieve betrokkenheid) daar werkt. „Veel toeristen denken dat ze met hun bezoek de Noord-Koreaanse bevolking helpen. Alleen al hun aanwezigheid zou burgers laten zien dat ze géén „duivels” zijn (zoals het regime hun wil doen geloven). Young gelooft niets van dat effect, want de Noord-Koreanen met wie ze in contact komen, zijn uitsluitend leden of medewerkers van het regime en die hebben slechts één taak: zich voor het karretje spannen van de staat. Engagement is enkel goed voor het regime, aldus Young, vanwege de enorme sommen geld die betaald moeten worden voor de (peperdure) reizen naar en in Noord-Korea, en vanwege de positieve indruk die het land achterlaat bij toeristen die –aan de leiband van het regime– een „schoon, modern en efficiënt werkende” samenleving te zien krijgen.
Dat er met de mishandeling en dood van Warmbier een grens is overschreden, is ook de mening van de Zuid-Koreaanse Noord-Koreakenner Dennis Halpin. „Wie een student die om wat voor reden ook in coma is geraakt een jaar lang verborgen houdt en niemand toelaat om hem te bezoeken – familie niet, maar ook geen Zweedse consul of ambassadeur (die de belangen van de VS waarneemt in Noord-Korea, AJ), die plaatst zich compleet buiten de beschaafde wereld”.
„Dictator Kim vreest voor zijn leven”
Toeristen –vooral Amerikaanse– mogen zich na de dood van Otto Warmbier niet meer veilig voelen in Noord-Korea, ook dictator Kim Jong Un zelf heeft daar last van. Hij is bang te worden geliquideerd door een Amerikaans-Zuid-Koreaanse speciale eenheid.
De Zuid-Koreaanse krant The Korea Herald meldde vorige week dat de VS en Zuid-Korea werken aan zo’n eenheid. Eind dit jaar zou die operationeel moeten zijn.
De Zuid-Koreaanse geheime dienst wist te melden dat Kim „extreem bang” is om te worden vermoord. De Noord-Koreaanse leider zou enkel nog ’s ochtends vroeg op pad gaan en dan wisselende auto’s van medewerkers gebruiken, en niet zijn eigen Mercedes-Benz 600. Verder heeft hij het aantal werkbezoeken aanzienlijk teruggebracht.
Zwitserse wintersport als voorbeeld
Het wil maar niet lukken om van Noord-Korea een vakantieland maken. Logisch, want wie wil er nu naar zo’n –ook voor toeristen– onvrij land? Toch had dictator Kim Jong Un grootse plannen, stelt Noord-Koreakenner Andrei Lankov.
Kim Jong Un ging als jochie vaak op wintersport in Zwitserland, en dat bracht hem op een idee: Noord-Korea moet een toeristisch wintersportland worden, met luxe skiresorts zoals in Zwitserland. In 2020 zouden jaarlijks zo’n 2 miljoen toeristen het land moeten bezoeken.
Paradepaardje zou het skiresort Masik worden, op zo’n 20 kilometer van Wonsan. Luxehotels verrezen er, evenals restaurants, en dat alles voor een bedrag van tegen de 35 miljoen dollar.
Verder werd de luchthaven bij Pyongyang (met hoogstens vier à vijf vluchten per week) voor veel geld gerenoveerd en ook bij het skiresort in Masik wordt een luchthaven aangelegd – terwijl het gebied nauwelijks wegen heeft.
Inmiddels is het toerismeplan van tafel wegens mislukking. In 2016 kwamen er nog geen 100.000 toeristen naar Noord-Korea en dit jaar zullen dat er nóg minder zijn. Van al die bezoekers is 95 procent Chinees. Het aantal westerse toeristen wordt geschat op 4000 à 5000. De inkomsten die het land uit de toeristensector haalt, blijven daarmee bescheiden: tussen de 30 en de 45 miljoen dollar per jaar. Niettemin weet de elite rond Kim Jong Un zich er prima mee te verrijken.
Amerikanen als pionnen bij overleg
Noord-Korea heeft sinds 1996 zestien Amerikanen opgepakt en opgesloten. Van hen zitten er nog altijd drie vast: Tony Kim (Kim Sang Duk), Kim Dong Chul en Kim Hak Song.
Amerikanen werden vaak gebruikt als inzet bij overleg met de Amerikaanse regering, of om een voormalige Amerikaanse president als onderhandelaar naar Noord-Korea te lokken en daarmee aan prestige te winnen (zoals met de onderhandelaars Jimmy Carter en Bill Clinton in het verleden). Juist daarom zijn waarnemers er verbaasd over dat Otto Warmbier op de een of andere manier is mishandeld. „Deze situatie hebben ze wellicht ook zelf niet gewild”, aldus voormalig Amerikaans gezant voor Noord-Korea Robert King vorige week.