Betere kinderrechten maar nog wel zorgen
De situatie van kinderen in Nederland is de afgelopen tien jaar verbeterd. Maar er blijven zorgen over kwetsbare kinderen, zo blijkt uit de tiende editie van het Jaarbericht Kinderrechten dat Defence for Children en Unicef Nederland vrijdag presenteren.
Het zogeheten kinderpardon is een wassen neus, stellen beide organisaties. In 2016 is 96 tot 99 procent van de aanvragen voor het kinderpardon afgewezen, ondanks dat deze kinderen langer dan vijf jaar in Nederland zijn. Dat pardon is bedoeld voor kinderen die nog geen verblijfsstatus hebben, maar wel al langer dan vijf jaar hier zijn. Die kinderen zijn dan zo geworteld dat terugsturen niet juist is, zo is de gedachte erachter.
Nederland houdt steeds meer rekening met de rechten van kinderen, zegt directeur Suzanne Laszlo van Unicef Nederland. „Er blijven wel hardnekkige problemen bestaan zoals de verdwijningen van migrantenkinderen, de gebrekkige uitvoering van het kinderpardon en het gebrek aan cijfers rond kindermishandeling.” De organisaties leggen de uitdaging bij het nieuwe kabinet.
Wat er goed is gegaan, is bijvoorbeeld de aanstelling van de Kinderombudsman, de invoering van een wettelijk verbod op slaan in de opvoeding en verbeteringen binnen het jeugdstrafrecht. Ook positief is dat er minder jeugdcriminaliteit is. Migrantenkinderen belanden bij binnenkomst niet meer in de detentie, of op straat na hun asielprocedure.
Een probleem is wel dat cijfers ontbreken over kwetsbare groepen, zoals mishandelde kinderen. Cijfers maken duidelijk of hulpverlening werkt, en zijn daarom belangrijk. Verder moet er meer onderzoek komen naar migrantenkinderen die uit de opvang verdwijnen. Vorig jaar waren dat er 290.