Besturen en directies van scholen voor basisonderwijs in Friesland hebben dat dinsdag aan de Tweede Kamer laten weten. „Omdat er relatief weinig allochtone achterstandsleerlingen zijn, gaat er weinig extra geld naar Friesland”, stelt O. Wiersma, directeur van een protestantse basisschool in de gemeente Achtkarspelen. „In stedelijke gebieden krijgt driekwart van de basisscholen extra personeel, op het platteland is dat 23 procent.”

Amsterdam kent evenveel basisscholieren als de provincie Friesland (ongeveer 60.000), heeft Wiersma becijferd. Maar de ’witte’ achterstandsleerlingen in Amsterdam profiteren veel sneller van extra maatregelen door de aanwezigheid van ’zwarte’ achterstandsleerlingen. „Amsterdam heeft 7,3 keer zo veel geld in de gemeentekas om achterstanden weg te werken dan alle Friese gemeenten bij elkaar”, aldus Wiersma.

Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) heeft in een rapport gesteld dat witte leerlingen met een achterstand steeds verder achterop raken. Aan het einde van de basisschool lopen ze een jaar achter in taal en bijna vijf maanden in rekenen. Allochtone leerlingen halen hun achterstand juist in. Het basisonderwijs telt momenteel 200.000 autochtone en 200.000 allochtone achterstandsleerlingen.