Oud-premier Curaçao klaar voor hoger beroep
Oud-minister-president van Curaçao Gerrit Schotte en zijn vrouw Cicely van der Dijs moeten zich maandag 12 en 13 juni melden in de rechtbank van Curaçao. Dan vindt de inhoudelijke behandeling van het hoger beroep in de zaak Babel plaats.
In deze zaak werd Schotte in maart 2016 veroordeeld tot drie jaar onvoorwaardelijke celstraf en vijf jaar ontzetting uit het passieve kiesrecht. Van der Dijs werd veroordeeld tot achttien maanden waarvan negen maanden voorwaardelijk met twee jaar proeftijd.
Volgens de rechter was Schotte schuldig aan onder meer ambtelijke corruptie en valsheid in geschrifte rond en tijdens zijn periode als minister-president tussen 2010 en 2012.
Omdat hij in hoger beroep ging, kon Schotte na zijn veroordeling aanblijven als parlementariër. Bij de verkiezingen van 28 april van dit jaar behaalde zijn partij MFK 5 van de 21 zetels in het parlement.
In april en mei van dit jaar leidde zijn partij een interim-regering waarbij hij de touwtjes in handen had, maar vanwege de veroordeling kon hij geen ministerspost bekleden.
In die periode liet Schotte meermalen weten geen vertrouwen te hebben in het Openbaar Ministerie en de gouverneur van Curaçao. Volgens hem zijn dat ‘oncontroleerbare machten die tegen de MFK en Schotte zijn.’
Voor het hoger beroep heeft Schotte de Nederlandse advocaat Geert-Jan Knoops en diens team ingeschakeld. Schotte liet onlangs weten zich te hebben voorbereid om in het hoger beroep openheid van zaken te geven. In het eerste proces beriep hij zich grotendeels op zijn zwijgrecht.