Advies HR: zaak Zes van Breda moet opnieuw
De Hoge Raad heeft het advies gekregen de strafzaak tegen de zogenoemde Zes van Breda door een ander gerechtshof opnieuw te laten overdoen.
In zijn onafhankelijk advies aan de Hoge Raad stelt de advocaat-generaal bij de Hoge Raad, Alex Harteveld, dinsdag dat de eerder ontstane twijfels aan de juistheid van de veroordeling van de Zes van Breda „nog steeds niet zijn weggenomen”. Er is volgens hem onvoldoende overtuigend bewijs.
Het zestal, drie mannen en drie vrouwen, is in 2015 voor de tweede maal door het gerechtshof in Den Haag veroordeeld voor een moord in 1993 op een Chinese restauranthoudster in Breda. De roofmoord op de 56-jarige Tim Mui Cheung, ook bekend onder de naam Oma Mok, werd gepleegd in juli 1993. De vrouw werd gedood in de keuken van Chinees restaurant Peacock in Breda, waar haar zoon de eigenaar van was. De gokkast bleek leeggehaald.
Het bewijs tegen de Zes van Breda berust volgens het advies van de advocaat-generaal nog steeds op de verklaringen van de drie vrouwelijke verdachten, die later zijn ingetrokken. Ondersteunend bewijs ontbreekt, terwijl er volgens de advocaat-generaal „juist wel aanwijzingen zijn dat hun verklaringen niet kunnen kloppen”.
Daarnaast is in het restaurant een druppel bloed gevonden die niet van een van de zes verdachten is, maar volgens DNA-onderzoek afkomstig is van een onbekende persoon van Aziatisch-Oceanische afkomst. De advocaat-generaal vindt dat het gerechtshof in Den Haag op ondeugdelijke gronden beredeneert dat deze bloeddruppel niets met het delict te maken kan hebben.
De mannen kregen in 2015 tien jaar cel, de vrouwen tot twee jaar gevangenisstraf voor medeplichtigheid. Dat gebeurde nadat de zaak al eerder door de Hoge Raad was terugverwezen.
Indien het advies van de advocaat-generaal door het hoogste rechtscollege wordt overgenomen, dan moet een ander gerechtshof de strafzaak opnieuw beoordelen. De Hoge Raad verwacht daar op 19 december een beslissing over te nemen.