De geluidsopnamen zijn beluisterd en uitgewerkt door deskundigen van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en niet eerder openbaar gemaakt. Grote delen zijn onverstaanbaar en de transcripties zijn daardoor onvolledig. Zegveld staat de nabestaanden bij van de kapers Max Papilaja en Hansina Uktolseja, die zouden zijn geëxecuteerd.

Op de opnamen is onder meer te horen dat iemand zegt: „Geven ze hem een genadeschot, hoor.” In een ander fragment waaruit de NOS citeert is een knal hoorbaar. Iemand vraagt: „Deze is dood?” Antwoord: „Ja, nu wel”, gevolgd door gelach. Een andere stem: „Rustig aan, he.” Later zegt iemand: „Helemaal blauw. Ha, ha. […] alle twee kapotgeschoten.” Enkele commandanten van de mariniers droegen destijds opname-apparatuur bij zich.

De advocaat van de mariniers, die geen verdachten zijn, zegt dat er geen conclusies zijn te verbinden aan de opnames. Volgens Geert-Jan Knoops geven de transcripties „op klinische wijze” weer wat er is gezegd, maar niet in welke omstandigheden, door wie en op welke plek de mariniers zich op dat moment bevonden.

Ook is niet op te maken waar en door wie er is geschoten. Knoops wijst erop dat nergens een stem van een kaper wordt gehoord. „Indien een kaper zich duidelijk hoorbaar had overgegeven, was dat zeker opgevangen”.

Het ministerie van Defensie stelt in een reactie dat niet blijkt dat onrechtmatig is opgetreden. De uitspraken staan niet meer in de context „waardoor een verkeerd beeld kan worden geschetst” en geluiden lopen volgens het ministerie door elkaar heen. „Het precieze handelen van de mariniers valt daardoor niet af te leiden”.

Nederland was in 1977 bijna drie weken in de ban van de kaping van de intercity Assen - Groningen. Uiteindelijk werd besloten tot een bevrijdingsactie. Zes van de negen daders en twee treinreizigers kwamen om het leven.

De rechtbank Den Haag bepaalde begin februari dat de mariniers de komende maanden worden gehoord over de gebeurtenissen.