Krampachtig vasthouden aan een verdwenen moeder
Alsof de auteur het verdwijnen van haar moeder wil tegengaan, zo nauwkeurig schrijft ze over het leven van deze Eva. Een geslaagde poging die resulteert in een ontroerende roman over verdriet, afscheid en de relatie tussen moeder en kind.
Net als in haar debuut ”De Walrus”, verwerkt Bregje Bleeker in deze roman autobiografische elementen. Eva balanceert op het snijvlak van fictie en non-fictie; eigenlijk heeft deze roman nog het meeste weg van een literaire biografie. Diverse personages reflecteren op Eva’s leven: „Eva nam nooit ruimte in. Ze dacht altijd aan anderen. Ze was altijd voorkomend”, vertelt Helma, jeugdvriendin van Eva.
Bleeker brengt in de roman een ode aan haar moeder Eva. Ze beschrijft hoe deze opgroeit in een arm arbeidersgezin, als jong meisje het gymnasium bezoekt en daarna haar veelbelovende carrière als medisch hoogleraar start. De onherroepelijke omslag laat echter niet lang op zich wachten. In de openingsscène schemert al door dat Eva iets mankeert. Halverwege de roman wordt het vermoeden bevestigd wanneer er bij Eva een progressieve hersenziekte wordt geconstateerd, met dementie als huiveringwekkend gevolg.
Reis
De ziekte van haar moeder zet het leven van hoofdpersoon Bregje op zijn kop. De reis met de Trans Siberië Express die zij aan het begin van de roman maakt, staat symbool voor een veel grotere reis naar het verleden. Uiterst secuur wil de hoofdpersoon het leven van haar moeder op schrift stellen. Het heeft haast iets krampachtigs, alsof het vergeten van een detail haar moeder zelfs na het overlijden nog pijn zou kunnen doen.
Gaandeweg de roman blijkt echter dat moeder en dochter helemaal niet zo’n goede relatie hadden. De ambitie waardoor de moeder succesvol is geworden, drijft de twee vrouwen uit elkaar. Dochter is namelijk niet zo’n hoogvlieger als haar moeder, en schaamt zich wanneer ze een 7 voor Grieks haalt – een gebeurtenis waardoor ze dan ook per direct op bijles wordt gezet. Wonderlijk genoeg is het juist de hersenziekte die moeder en dochter dichter tot elkaar brengt.
Maar dan wel in uiterst schrijnende omstandigheden. De rillingen lopen je over de rug als de auteur beschrijft hoe haar moeder van een zelfstandige en intelligente vrouw steeds meer verstrooid en verward raakt. Je voelt je als lezer die laatste bladzijden een voyeur: het overlijden van Eva is bijna te intiem om als buitenstaander te mogen zien.
Daarin ligt de kracht van Bleeker. Ze zit haar personage heel dicht op de huid en weet daardoor een verhaal te schetsen dat je bijblijft. Ze is een meester in het observeren, soms vanuit originele invalshoeken (zoals in de Trans Siberië Express): „Vanuit de middelste wagons kon ik beide kanten zien: de locomotief en de laatste coupés. Alsof hij [de trein, MR] even naar zichzelf wilde kijken.”
Bleekers stijl is niet geheel vlekkeloos. Ze schrijft soms wat hakkelend en heeft de neiging af en toe terug te vallen op vrij onbehouwen begrippen met een eindeloze rij koppeltekens (een constructie à la de je-weet-wel-kater). Dit laatste is ongetwijfeld bedoeld om bij te dragen aan de couleur locale –wie heeft er geen beeld bij jaren-zeventig-bruine-huisjurken-volgeborduurd-met-gouden-stiksels-en-oosters-aandoende-kralen– maar na een paar keer begint dit trucje te irriteren.
Pijnlijker dan deze kleine onvolkomenheden is het gebruik van Gods naam in het boek. Juist wanneer de hoofdpersoon en haar zus te horen hebben gekregen wat hun moeder mankeert –en hoe slecht het zal aflopen– gebruiken ze de Naam van Jezus op een lege manier. Daardoor ontbreekt aan het einde van de roman bij het overlijden van deze bijzondere moeder helaas de hoop van een christen: het perspectief op een beter leven na dit leven.
Boekgegevens
”Eva”, Bregje Bleeker; uitg. The House of Books, Amsterdam, 2017; ISBN 978 90 488 1999 7; 192 blz.; € 19,99.