Circa zeventig mensen woonden de begrafenis bij. Het graf van de vastgoedbaron, die nauwe banden met de onderwereld zou hebben gehad, was afgeschermd met een zwart doek om de aanwezige pers het zicht op de teraardebestelling te benemen. Ook was een ordedienst ingehuurd die de media op afstand hield.

De laatste rustplaats van Endstra, die 51 werd, bevindt zich in de nabijheid van de graven van Jules Jie en George Plieger. Beiden werden vorig jaar het slachtoffer van een criminele afrekening.

De gewelddadige dood van Endstra is de laatste in een steeds groeiende reeks liquidaties in het Amsterdamse misdaadmilieu. Politie en justitie zijn er tot dusver niet in geslaagd zaken op te helderen en de daders voor de rechter te brengen. Informanten van de politie hadden vorig jaar al gemeld dat Endstra op de nominatie stond om te worden geliquideerd.

De naam van Endstra dook in de jaren negentig in diverse dossiers over de zware, georganiseerde misdaad op. In 2002 kenschetst ’topcrimineel’ John M. (Mieremet) Endstra in een interview met De Telegraaf als „de bankier van de onderwereld". Eerder deze maand leek het erop dat justitie daadwerkelijk actie tegen de vastgoedhandelaar zou gaan ondernemen. Via een speciale procedure wist Endstra echter gedaan te krijgen dat het Openbaar Ministerie strafvervolging wegens het witwassen van geld moest staken. In de zogeheten Bouwfondsaffaire mocht justitie doorgaan, vond de rechtbank. In die affaire was sprake van gesjoemel met onroerend goed.

Endstra heeft de publiciteit altijd geschuwd. Dat ging hem de laatste jaren steeds minder makkelijk af. Een dag voor zijn dood verklaarde hij voor het eerst publiekelijk – in het programma Business Class van Harry Mens – dat hij niets van doen had met criminaliteit.

Het programma Opsporing Verzocht besteedt maandagavond aandacht aan de liquidatie van Endstra. De politie is op zoek naar getuigen die meer kunnen vertellen over de dader. De politie beschikt over een signalement.