Maarten Kooy: boegbeeld van de kerkmuziek
De protestantse kerkmuzikale vernieuwingsbeweging, halverwege de vorige eeuw, is in ons land beperkt van omvang gebleven. Een breed draagvlak voor de nieuwe ideeën over liturgische muziek ontbrak binnen de Nederlandse Hervormde Kerk. Maar dat lag niet aan de inzet van een van de boegbeelden van deze beweging, Maarten Kooy (1927-2013).
Dat blijkt uit het boek dat Mieke Breij over de voormalige domcantor schreef. De uitgave –”Alles voor de Muziek”– werd vrijdagmiddag in de Utrechtse Domkerk gepresenteerd.
Het boek van Breij lijkt op een bepaalde manier op de recente dissertatie van domorganist Jan Hage over de lutherse kerkmusicus Willem Mudde. Aan de hand van het leven van een prominente kerkmusicus komt een heel tijdvak in beeld waarover nog niet veel is geschreven. Het verschil met het proefschrift van Hage is dat het boek van Breij geen wetenschappelijke verhandeling is. Ze noemt het zelf een „relaas waarbij ik zo zorgvuldig mogelijk met de door mij verzamelde bronnen ben omgegaan.” Behalve een veelheid aan bronnen heeft de auteur –archivaris bij Het Utrechts Archief– ook een aantal ooggetuigen gesproken die Kooy in de jaren 50 en 60 hebben meegemaakt. Zelf was Breij tot 2012 drie decennia lang de organisatorische en musicologische rechterhand van Kooy, die ze haar muzikale vader noemt.
Van iemand die het leven van haar muzikale vader boekstaaft en zelf deel uitmaakte van bijna de helft van de tijd die ze beschrijft, kan onmogelijk echte objectiviteit verwacht worden. Maar dat heeft Breij wel geprobeerd, door de feiten (soms zeer gedetailleerd) te laten spreken. Daarbij kan ze óók schrijven dat Kooy niet alleen innemend, creatief en bijzonder was, maar tevens een „complexe persoonlijkheid.” In haar epiloog zegt ze eerlijk dat de musicus weinig talent had voor de zakelijke kant van het vak, slecht voor z’n pensioen zorgde en eigenlijk alleen goed kon functioneren met gelijkgestemden.
Het is een boeiend relaas geworden, met tal van foto’s verlucht. Over Maarten die als gereformeerde jongen in Haarlem opgroeide, maar na de oorlog hervormd werd omdat daar een beter klimaat voor kerkmusici heerste. Over de jaren (1951-1971) dat Kooy in Soest als cantor-organist werkte. En uiteraard over zijn periode als domcantor, van 1971-1991. Daarnaast komen de talrijke activiteiten van Kooy als lid van kerkmuziekcommissies, docent aan verschillende instituten en dirigent van cantorijen en ensembles aan de orde en ontbreekt een discografie niet.
Uiteraard haalt Breij de Zatermiddagmuziek in de Domkerk, een geesteskind van Kooy, voor het voetlicht. Een praktijk die nog altijd bestaat en voor Breij een van de voorbeelden is van de blijvende invloed van de voormalige domcantor.
Boekgegevens
Alles voor de Muziek. Leven en werk van Maarten Kooy 1927-2013, Mieke Breij; uitg. in eigen beheer, Utrecht, 2017; ISBN 9789081808910; 366 blz.; € 40,-; bestellen: overmaken € 48,- (incl. verzending) naar NL72 INGB0004706522 t.n.v. MCB Script, Utrecht.