Man in Thailand gedode Rose bepleit onschuld
Snikkend zit Bert den D. in de Haagse rechtbank. „Ik ben onschuldig”, is het enige dat hij kan uitbrengen. Den D. wordt ervan verdacht in Thailand zijn vrouw Rose Sulaiman te hebben gedood. Zijn advocaat verzocht woensdag om zijn vrijlating of in ieder geval schorsing van de voorlopige hechtenis, zodat hij weer voor hun twaalfjarige zoon kan zorgen. De rechter besluit daar volgende week over.
De destijds 26-jarige Maleisische vrouw verdween in 2007, een jaar later werd haar lichaam gevonden in een beerput naast het echtelijk huis. Kort na de verdwijning van zijn vrouw vertrok Den D. met hun zoontje naar Nederland.
Vorig jaar werd het stoffelijk overschot van Rose in Maleisië opgegraven en onderzocht door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). Hoewel er geen doodsoorzaak gevonden is, leidde het onderzoek naar Den D., hij werd november vorig jaar gearresteerd.
De 46-jarige Den D. zit sinds die tijd vast. In de gevangenis mag hij zijn zoon, die tijdelijk in het gezin van vriendjes woont, een keer per week een uurtje zien. „En ze mogen elkaar niet eens aanraken. Hij mag de hand van zijn vader niet vastpakken. Wat doen we dit kind aan”, vroeg de advocaat aan de rechter.
Omdat deze zaak op zijn vroegst eind dit jaar inhoudelijk behandeld kan worden, vroeg de advocaat om vrijlating van Den D. „Zodat hij voor zijn zoon kan zorgen en kan gaan werken, want zijn financiële problemen stapelen zich op.”
De officier van justitie verzet zich tegen vrijlating van de 46-jarige man. „Het lichaam van Rose lag in een beerput. Daar kom je normaal gesproken niet terecht als je een natuurlijke dood bent gestorven.”