Tegen G. eiste het OM maandag bij de rechtbank in Amsterdam een celstraf van een half jaar en tegen W. vier maanden voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf van 120 uur. De verdachten hebben volgens de officier „puur gehandeld uit geldelijk gewin”. Hoewel beiden ontkennen dat ze wisten dat het beeld was gestolen, hadden ze dit wel degelijk kunnen weten door beter onderzoek te doen op internet, meent het OM.

Het beeld is gestolen uit het Italiaanse museum Villa Adriana in Tivoli. G. verklaarde dat hij het van een familielid heeft gekregen, dat hem had verzekerd dat het niet van diefstal afkomstig was. „Ik wist het absoluut niet en heb het tot in de puntjes uitgezocht op internet en niks kunnen vinden”, was een van de weinige dingen die hij er tegen de rechtbank over wilde zeggen.

W., die een relatie had met G. en niet op de zitting aanwezig was, verklaarde eerder dat haar was verteld dat het beeld uit de erfenis van haar schoonvader kwam en in de opslag lag bij een oom. Die zou het naar zijn moeder hebben gebracht. Daarop is contact gezocht met Christie’s, om zoals ze zelf zeggen meer informatie over het beeld in te winnen. „Zoals het gaat bij het tv-programma Tussen Kunst en Kitsch”, zei G.’s advocaat. „Naar zo’n gerenommeerd veilinghuis ga je niet als iets niet in de haak is”, aldus de raadsvrouw van W.

Het museum wist overigens niet dat het beeld niet op de plek lag waar het hoorde. Het kunstwerk was in 2012 voor het laatst tentoongesteld en lag sindsdien in het depot. Vermoedelijk is het daaruit meegenomen. Volgens de advocaten was dan ook onmogelijk uit te vinden dat het beeld was gestolen. „Als het museum het zelf niet eens weet, hoe kan zij het dan weten?” zei W.’s advocate.

De rechtbank doet over twee weken uitspraak.