„Cybercrime moet prioriteit kabinet worden”
Nederland doet nog veel te weinig tegen computercriminaliteit. De aanval van vrijdag met ransomware, zogenoemde gijzelsoftware die bestanden op computers versleutelt en pas tegen betaling weer vrijgeeft, toont aan hoe kwetsbaar de computerwereld is. Dat zei Ronald Prins van beveiligingsbedrijf Fox-IT zaterdag.
„De aanval laat zien dat het redelijk eenvoudig is om grote netwerken lam te leggen. Nederland is het meest digitale land ter wereld en is dus enorm kwetsbaar”, aldus Prins. Hij roept een nieuw kabinet op ‘cybersecurity’ serieus te nemen. „Nederland geeft er nu 100 miljoen per jaar aan uit. Dat is niets vergeleken met andere landen. Groot-Brittannië, bijvoorbeeld, loopt voorop en geeft er 6,5 miljard euro aan uit.”
De verspreiding van het virus is sinds vrijdagavond gestopt. Er zijn nog steeds geen Nederlandse meldingen, zei hij zaterdagochtend. Uit zeker 75 landen kwamen meldingen van ransomware-slachtoffers.
Een IT-specialist ontdekte het virus en maakte het onschadelijk, aldus Prins. „Het virus controleert continu of een bepaalde website in de lucht is. Zolang dat niet het geval is, gaat het verspreiden verder. Deze onderzoeker ontdekte dat het virus zichzelf uit kan zetten en hij heeft dat geactiveerd door de website op zijn eigen naam te zetten.”
Vooral in het oosten, in Azië, is schade aangericht. „Vrijdag zag je met de klok mee de getroffen bedrijven en organisaties naar het westen verschuiven. De Verenigde Staten lijken buiten schot te zijn gebleven.”
Bij de aanval is actief gebruik gemaakt van een lek in besturingssysteem Windows dat door de Amerikaanse inlichtingendienst NSA werd gebruikt. De werkwijze van de NSA kwam kortgeleden op straat te liggen en wordt nu dus door criminelen misbruikt.