Advertentieboycot terechte vuist tegen GeenStijl
Met een advertentieboycot van GeenStijl is volgens dr. Huub Evers de vrijheid van meningsuiting niet in het geding.
Een aantasting van het vrije woord, censuur en broodroof! Het weblog GeenStijl reageerde geheel in stijl op het opiniestuk in NRC Handelsblad en de Volkskrant waarin adverteerders ertoe werden opgeroepen hun advertenties terug te trekken. Een groep van bijna 150 vrouwen, grotendeels uit de wereld van media en journalistiek, keerde zich in die kranten tegen de digitale intimidatie van GeenStijl en de ”reaguurders” op die website.
Een week eerder plaatste het weblog een foto van een journaliste van de Volkskrant met daarbij een oproep aan bezoekers om te reageren: „Zou u haar doen? Graag alleen antwoorden met seksistische complimentjes.”
Wie weleens op GeenStijl kijkt, kan zich met enige fantasie de reacties wel voorstellen. Honderden reaguurders postten hun verkrachtingsfantasieën. De redactie verwijderde niets. Het laat allemaal weinig aan de verbeelding over en is van een grofheid en een platheid waar deze site het patent op lijkt te hebben.
Onderdeel van GeenStijl is de videosite Dumpert. Deze site „grossiert in seksistische en racistische filmpjes”, schrijven de vrouwen. Op deze site staan advertenties van grote organisaties zoals de ANWB en de Rabobank. Twee journalisten van NRC en Volkskrant, gesteund door de andere ondertekenaars, vroegen zich publiekelijk af of deze adverteerders daar met hun advertenties zouden moeten staan. Dat leverde op GeenStijl de voorspelbare reactie op, die op sociale media werd voortgezet met „expliciet seksueel, racistisch, homofoob, soms regelrecht bedreigend taalgebruik.”
Vrijheid van meningsuiting
Meestal reageert GeenStijl op geheel eigen wijze op kritiek: de criticaster wordt verbaal met de grond gelijkgemaakt. Niet voor niets is zijn slogan ”Tendentieus, ongefundeerd en nodeloos kwetsend”. Nu was de reactie van een andere orde: deze „censuuroproep” was een regelrechte laffe aanval op onze vrijheid van meningsuiting, een beknotting van het pluriforme medialandschap.
Is hier inderdaad sprake van een aantasting van de uitingsvrijheid? Van wie dan? Het valt niet in te zien hoe een oproep aan adverteerders om met adverteren te stoppen een breideling van de vrijheid van meningsuiting zou zijn. Iedereen mag blijven zeggen wat hij wil.
Wanneer de geldkraan echt helemaal dicht zou gaan en GeenStijl zou ophouden te bestaan, zou dat redactieleden er geenszins van weerhouden om elders te zeggen wat ze willen zeggen. Wanneer zo’n advertentieboycot banen zou gaan kosten, zou er wel van broodroof sprake kunnen zijn.
Censuur dan? Dat zou het geval zijn wanneer de overheid een publicatieverbod zou uitvaardigen of een website zou sluiten. Dat is hier niet aan de orde. Ook geen andere instantie greep in en verwijderde reacties. De vraag is welke andere instantie daartoe de bevoegdheid zou hebben. Van zelfcensuur is wél sprake, maar dan in die zin dat geïntimideerde vrouwelijke journalisten voorzichtig en terughoudend zijn in wat ze publiceren en hoe.
Ethische aspecten
Er is zeker ook sprake van het overschrijden van grenzen van journalistieke ethiek. Althans wanneer men deze sites als journalistiek wenst te beschouwen. Zelf zegt de site hierover: „Op GeenStijl wisselen nieuwsfeiten, schandelijke onthullingen en journalistiek onderzoek elkaar af met luchtige onderwerpen en prettig gestoorde onzin.” In de uitspraken van de Raad voor de Journalistiek is GeenStijl ongeveer vijfmaal terug te vinden gedurende de laatste tien jaar.
Een ander ethisch aspect in deze kwestie is de bedrijfsethiek, meer in het bijzonder de ethiek van het reclame maken. Mag je ondernemingen aanspreken op hun reclamebeleid? Diverse bedrijven verklaarden dat ze niet wisten dat hun advertenties op deze website stonden. Dat komt door de digitalisering van de advertentiemarkt. Bedrijven stellen hun doelgroep vast en mediabureaus zoeken de websites die daar het beste bij passen. Wanneer een bedrijf of organisatie mikt op de doelgroep mannen tussen de 18 en de 35 jaar, is de kans groot dat de advertenties op GeenStijl en Dumpert komen zonder dat de adverteerder dat weet.
Mediahuis
Inmiddels hebben Grolsch, Hak, IKEA en de Persgroep al besloten zich (in elk geval tijdelijk) als adverteerder terug te trekken. De Persgroep is eigenaar van AD, Volkskrant, Trouw en een groot aantal regionale kranten.
Uiteraard mogen adverteerders aangesproken worden op hun advertentiebeleid. Dit beleid maakt deel uit van wat tegenwoordig „maatschappelijk verantwoord ondernemen” heet.
„De beschaving kan wel wat marktwerking gebruiken”, schreef de hoofdredacteur van NRC Handelsblad aan het einde van zijn commentaar. Wat zal er gebeuren wanneer Mediahuis, die andere grote Vlaamse media-uitgever, straks de Telegraaf Media Groep, eigenaar van GeenStijl en Dumpert, overneemt? Deze uitgever is eigenaar van onder meer NRC Handelsblad en een groot aantal Vlaamse kranten.
De actie van de vrouwen uit de mediawereld maakt duidelijk dat het maken van een vuist door consumenten vanwege ongewenste praktijken wel degelijk resultaat kan hebben, wanneer de portemonnee in het geding is.
De auteur was lector media-ethiek aan Fontys Hogeschool Journalistiek in Tilburg. Hij is lid van de Raad voor de Journalistiek en (extern) ombudsman bij Dagblad de Limburger.