Volgens persrechter H. Inden wil de rechtbank eerst weten of het OM bij het afluisteren van telefoongesprekken van met name verdachte W. Pater juist heeft gehandeld. „Pas als de rechter hierover een beslissing heeft genomen, kan de rechtszaak worden voortgezet. Ik denk niet dat dat maandag al gebeurt.”

Volgens de raadsman van Pater, G. Meijers, heeft het OM 551 telefoongesprekken met zogenoemde geheimhouders afgeluisterd. Dat kunnen gesprekken zijn die hij met zijn cliënt voerde, maar ook gesprekken tussen Pater en bijvoorbeeld een huisarts. Deze zijn vertrouwelijk, aldus Meijers.

Het OM bestrijdt dat het onjuist heeft gehandeld. De telefoongesprekken zijn weliswaar opgenomen, maar niet uitgewerkt en inmiddels ook vernietigd. Tijdens een zitting in januari bleek dat drie uitgewerkte gesprekken abusievelijk in het dossier terecht zijn gekomen. Maar omdat dit „niet welbewust en structureel is gedaan”, zo oordeelde de rechtbank, kwam het OM hiermee weg.

Bijna twee jaar na de vuurwerkramp op 13 mei 2000 in Enschede is het proces tegen directeuren Pater en Bakker in een afrondende fase beland. Ze staan terecht voor brand door schuld en overtreding van milieuvoorschriften. Hiervoor kunnen ze maximaal één en zes jaar gevangenisstraf krijgen. De ramp kostte 22 mensen het leven en er vielen honderden gewonden in een wijk die goeddeels werd weggevaagd.

Voor de inhoudelijke behandeling zijn in principe elf dagen uitgetrokken, maar Inden denkt dat dit schema danig in de war wordt geschopt nu eerst de afgeluisterde telefoongesprekken aan bod komen.